vrijdag 19 januari 2018

K/ Dagboek 51/ Een zus voor Orson en Idas*

Ze is er!
Coco
Coco Blue Simone Jatidjan.

Al een weekje is ze bij ons.
Na zoveel verdriet, was geluk zo welkom.
Ik dacht dat ik zou huilen als ze geboren was.
Ik huilde niet. Zij huilde niet. 'Is alles ok?' vroeg ik meermaals.
Ze was er. Haar ogen open. Ze keek me aan.
Ze bewoog. Ze werd onmiddellijk in mijn armen gelegd, samen met de moederkoek, die de vroedvrouw liet nakloppen. De navelstreng, die bij mijn eerste zoon onmiddellijk werd doorgeknipt om hem vervolgens te wegen en te meten, werd pas uren later door Jonas doorgeknipt.

Het voelt nog steeds als een droom. Onze baby, onze dochter, ze leeft!

Het werd een inleiding. De jeuk, die ik al een tijdje had, kon mogelijk wijzen op een zwangerschapscholestase, al kon het evengoed een uiting van stress zijn. Ik kreeg telefoon van mijn gynaecoloog, die in overleg met mijn vroedvrouw had beslist om me te laten inleiden. Ze wilden, gezien onze voorgeschiedenis, geen risico's nemen en eerlijk, de stress die zowel Jonas als ik voelden die laatste weken was ondraaglijk geworden. Ergens was ik opgelucht, dat ik de keuze van een inleiding niet zelf heb moeten maken. Na een tocht van 39,5 weken werd ons dochtertje Coco geboren.

Mijn fantastische vroedvrouw Alinoë bezorgde zowel mij als Jonas een zo aangenaam mogelijke bevalling. Ze was van begin tot eind bij ons. Ze steunde (ik wist dat ze niet het type is die ik kon smeken om een epidurale verdoving). Ze zorgde. Ze masseerde mijn voeten tijdens de weeën, porde een warmwaterkruik in mijn rug. Ze deed me allerlei poses innemen om de baby te doen indalen, ze deed me volharden, toen de weeën ondraaglijk werden na het breken van de vliezen en de inductie weer eens opgevoerd werd. Ergens vind ik het jammer dat ik na drie bevallingen nog steeds niet weet wat het is om spontaan in arbeid te gaan, maar ik moet het tegen mezelf zeggen, het is een detail. Het is een detail, verdomme! Het belangrijkste is dat ze er goed en wel is. En wij vrouwen, moeten stoppen om bevallingen met elkaar te vergelijken en gewoon samen blij zijn om onze kinderen, die we op de wereld mogen zetten, zo goed als we kunnen, zo goed omringd als maar kan zijn.

Na drie dagen gaan we naar huis. Ik had Orson een ballon beloofd. Nochtans vind ik ze spuuglelijk, die babyballonnen die ziekenhuiswinkels sieren. Toen Idas* stierf en ik aan de balie mijn ziekenhuisopname ging regelen, stond ik daarna in de lift met een fiere grootmoeder met een ballon 'it's a girl' in haar hand. Ze zweefde op wolken, samen met haar ballon. De vrouw was kwaad op me, omdat ze dacht dat ik op het knopje 'deuren sluiten' had geduwd, toen zij haar intrede maakte, dit terwijl het nu eenmaal eigen is aan liftdeuren dat ze na een tijd automatisch sluiten. Ik excuseerde me, zei dat dit niet de bedoeling was, ze bleef boos, ik had geen energie meer, ik was net mijn kind verloren...

Orson kiest een vis en een roze olifant voor zijn zus. We nemen samen de lift naar boven. De koffers staan klaar, onze dochter winters ingepakt in de maxi cosi. We gaan naar huis. Tijdens de route van materniteit tot parking, zie ik koppen omkijken om een glimp op te vangen van ons kindje. Ik zie mensen glimlachen bij het zien van nieuw leven. Ik voel tranen. Vorige keer zag niemand dat wij weer mama en papa waren geworden.

We stappen in de auto. In onze geleende 'Cambio'. Bij het verlaten van de parking, zie ik een lijkwagen staan. Zo werd Idas* naar het crematorium gebracht... alle herinneringen komen terug.

Tijdens de rit naar huis kijk ik achterom. Nu pas besef ik hoe bikkelhard het was om 1,5 jaar geleden met een urne naar huis te keren... Nu zitten twee van mijn drie kinderen op de achterbank. Wat een groots geluk. Over mijn wang rolt een traan, deze keer van ontroering.


Heel binnenkort post ik hier de ontbrekende tekstfragmenten, die ik bijhield tijdens deze zwangerschapstocht na verlies. 
Pas nu alles goed gekomen is, voel ik me klaar om los te laten en ze te delen.




donderdag 11 januari 2018

Dagboek 50 / Zwanger / Het is zover

11 januari 2018 - 39,4 weken zwanger

Het is zover.
Weer geen spontane bevalling deze keer.
Over een paar uren word ik ingeleid.
Al een week werd dit afgewogen en vandaag viel de beslissing. Niet door ons, wat ergens ook wel makkelijk is, moet ik toegeven.
Sinds twee weken heb ik last van jeuk, die af en toe opkomt en zou kunnen wijzen op een cholestase.
Uiteindelijk wil mijn gynaecoloog geen risico nemen en werd na veel overleg met mijn vroedvrouw beslist om voor een inductie te gaan.

Mijn droombevalling is er nog steeds één wanneer ik spontaan in arbeid zou treden.  Eentje die vlot gaat, zonder epidurale, zonder allerlei hulpmiddelen, zonder ventouse en de baby goed en wel thuis geboren wordt. Het lukte me de voorbije dagen wel om naar foto's en films van thuisbevallingen te kijken, om de schoonheid ervan in te zien, om ontroerd te zijn. De andere kinderen kwamen gewoon gezellig kijken of zelfs mee in bad zitten als de moeder haar weeën opving en keken hoe hun broer of zus geboren werd. Er heerst toch nog een beetje een taboe op bevallingen in onze cultuur. En voor mezelf is zo'n scenario een ver van mijn bed show. Er is teveel gebeurd... Ik ben bevallen van een dood kindje, mijn zoontje, mijn Idas. En nu is er veel angst, die zich in mijn lijf heeft genesteld. De stress was soms ondraaglijk de laatste weken en woog op mijn schouders. Ik heb deze zwangerschap na verlies onderschat, ik heb het zo hard onderschat...

Ze blijkt een sterrenkijker te zijn, makkelijker zal het deze bevalling niet maken, maar ergens vind ik het wel lief, dat ze maar naar de sterren kijkt, naar haar grote kleine broer. 

Met vier waren we samen zwanger in onze familie. En al die baby's zijn al goed en wel geboren, behalve de onze. Ik moet toegeven dat ik telkens een traan heb gelaten bij het nieuws dat ze geboren waren. En dat wil niet zeggen dat ik niet blij voor hen ben integendeel. Maar er zit zo'n grote ruimte tussen ons. De dood van een kind creëert als het ware een nieuw bewustzijn. Bij ons ontbreekt de evidentie dat een kind leeft als het geboren wordt. Mijn zus hoorde ik praten over champagne en bekertjes die ze nog moesten kopen voor in het ziekenhuis, terwijl wij deze hele zwangerschap bezig zijn met het leven en de dood. Dat is een groot contrast... En nee, dat komt niet omdat wij pessimistisch zijn en ook niet omdat zij te optimistisch zijn. Wij beleven het gewoon veel te realistisch.

In onze koffer zit geen champagne maar hoop, enkel maar hoop, dat morgen het begin zal zijn van ons nieuw leven, een nieuw begin voor ons gezin.



K / Dagboek 49/ Zwanger / Inleiden of niet inleiden?

7 januari 2018 - 39 weken zwanger

We keken daarnet naar oude foto's.
Wat een mooie 3,5 jaar hebben we met Orson reeds beleefd.
Er zijn foto's voor Idas en foto's na Idas.
'Hier ben je nog een baby', zegt papa, 'want je draagt nog een tut'. 'Ben je nu nog een baby?'.
'Nee', zegt Orson, 'ik ben grote broer'.
Ik zie de ogen van Jonas vochtig worden. Hij is al lang grote broer hè, zegt hij tegen mij.
Ondertussen 'masseert' hij mijn voeten. Ik schrijf 'masseert' tussen aanhalingstekens, want de voetreflexologie, die de vroedvrouw hem een paar dagen geleden heeft aangeleerd, is pittig.
Alle trucjes worden hier deze week uit de kast gehaald. Het hart van de ananas is voor mij. Ik drink frambozenblad- en vrouwenmantelthee, mijn vliezen werden losgewoeld. Er staat zelf tonic in de koelkast, zoiets zoets ban ik normaal uit onze koelkast. Ik zeg tegen onze dochter dat ze mag komen...

De spanning is eigenlijk al een hele zwangerschap aanwezig, maar nog net dat beetje extra deze laatste weken. Ik heb het onderschat, een zwangerschap na verlies, ik heb het schromelijk onderschat. Ik begon mezelf te krabben, ik kreeg last van verschrikkelijke jeuk. Je leert jezelf op een andere manier kennen. Uiteindelijk bleek uit een bloedonderzoek dat de stress invloed had op mijn lever en nieren. Nog nooit last van gehad, nog nooit zoveel stress gehad. Morgen weet ik of ik om die reden al dan niet ingeleid zal worden.

Inleiden of niet inleiden, daar ging het over de laatste weken. Ik heb het moeilijk met me te laten inleiden, bij Orson lukte het me om tot 42 weken te wachten, alvorens eindelijk de weeën spontaan begonnen (al kreeg ik toen uiteindelijk ook alle producten die ook bij een inleiding te pas komen, omdat de ontsluiting niet vorderde). Bij Idas werd ik ingeleid, omdat we wisten dat hij gestorven is, ik was toen 38 weken zwanger. Nu probeer ik de 40 weken te halen, maar psychologisch kan ik niet verder. Nu moet ik een compromis maken tussen ruimte geven aan mijn dochter en met mijn eigen grenzen rekening houden.  Ik mis het vertrouwen dat ik vroeger had, toen ik geen seconde twijfelde dat er ook maar iets mis zou kunnen gaan. Nu ben ik een ongeruste mama, van bij het begin. Op vele vlakken een relativerende mama, maar die ongerustheid is iets dat alle ouders die een kind zijn verloren, hebben gekregen.

'Je kan nooit de rechter van iemand anders zijn, niemand kan ooit rechter over jou spelen. Keuzes zijn van jezelf. En op een bepaald moment zoek je rust in die keuze, met de voor- en nadelen van die keuze ' zei mijn wijze vroedvrouw.

K / Dagboek 48 / Terug in de tijd / Zwanger / Nog even...

1 januari 2018 - 38 weken zwanger

Dag Idas,

Kan ik jou een gelukkig nieuwjaar wensen daarboven? Of doet dat er allemaal niet toe?
Het is nu 1 januari 2018 en je mama is al wakker van 4u. De jongens in huis slapen (en snurken allebei een beetje, wat het inslapen voor mij moeilijker maakt, zou jij ook zo'n snurkertje geweest zijn?).

De spanning stijgt. Ik ben nu 38 weken en één dag zwanger van je kleine zus. Jij werd exact op 38 weken in alle stilte geboren. En daar ben ik nu verwonderd over. Jij was echt helemaal af, je was een baby met alles erop en eraan. Je was 50 cm groot en fysiek helemaal klaar om eraan te beginnen. Dat sommige mensen jou een miskraam durven noemen, durven vragen of je echt geboren bent... dat veeg ik voorgoed van de kaart. Jij bent er echt geweest. Jij bent mijn, onze tweede zoon. Mijn vroedvrouw zegt het mooi, dat de zwangerschap van jou goed verliep en dat je pas daarna bent vertrokken. Deze week was je heel aanwezig... En toch blijft de erkenning van jou in de omgeving zo moeilijk.

Ik wist dat het niet makkelijk zou zijn, een zwangerschap na jou te verliezen, maar het is veel moeilijker dan ik dacht.

Zowel je papa als ik zijn bang. Bang om ook jouw zus te verliezen. En dat gevoel blijft, nu de 38 weken voorbij zijn. Als ik jou zus even niet meer voel, komt de angst terug. Ik voel stress in heel mijn lijf. Ik slaap slecht. Ben nerveus. Twee weken geleden begon ik mezelf zelfs te krabben uit nervositeit. Zo kende ik mezelf nog niet...

Ik weet niet of ik klaar ben voor de bevalling. We hebben dan wel een heerlijke vroedvrouw, die er alles aan zal doen om het ons zo aangenaam mogelijk te maken. Ik ben mijn vertrouwen kwijt. Het lukt me wel om te kijken naar foto's van bevallingen en om de schoonheid ervan in te zien. Maar ik kan me er niet mee identificeren. Ik kan er niet van dromen. Bevallen is voor mij een kwestie van leven en dood geworden. Krijgen we een dood of een levend kind? Alle andere details zijn verdwenen.

Ik zou de handdoek in de ring willen gooien. Ik zou de bevalling aan iemand anders willen overlaten. Ik zou het vliegtuig willen nemen naar een rustige plek, om even te bekomen van deze moeilijke tocht. Ik wil vluchten uit mijn eigen lichaam. En terugkomen als alles goed gekomen is. Maar zo werkt het niet.

Voor de derde keer zal ik een kind ter wereld brengen. Jouw zus moet er hoe dan ook uit. Mijn grootste wens is, ze horen huilen, ze zien bewegen, een geboorte die dit keer geen stille film is, oogjes die opengaan en de mijne die geruststellend dicht kunnen gaan van ontroering.

De moed is op. Maar ik moet. Moed. Vinden. Nog even...

K / Dagboek 47 / Terug in de tijd / Zwanger / Nachtmerrie

14 december 2017 - 35,4 weken zwanger

De nacht bracht een droom...
Mijn angsten speelden de hoofdrol. Ons dochtertje werd doodgeboren.
Wat lijkt alles zo wezenlijk echt als je droomt. Wij waren onze dochter kwijt.
We gingen weer met een urne naar huis.

Deze keer dacht ik er wel aan om 'Boven de Wolken' te contacteren. Ze kwamen naar het ziekenhuis om foto's te nemen van ons gezin.

We hadden ervaring om alles te regelen, waren geen groentjes meer.
Mijn taal was sober. Ik had geen behoefte om te praten. Wat viel er immers te zeggen?

Onze dochter was dood. Mama en papa van drie, waarvan twee kinderen aan de overkant.
Voor de buitenwereld nog steeds dat gezin met één kind. De oudste zoon, die de dood veel te vroeg leerde kennen en niet met broer of zus spelen kan.

Ik was vooral teleurgesteld in het lot. Dat het lot twee keer in hetzelfde gezin kan toeslaan en dat niemand daar schuldig aan is...

Ik werd wakker, vertelde mijn nachtmerrie aan Jonas. Hij aaide over mijn haren, het zijn je angsten, het zijn enkel maar je angsten...

Tijdens deze laatste maand van mijn derde zwangerschap, is er geen andere weg dan het pad tussen hoop en angst. Ik denk veel aan ze... aan hen die een tweede kind verloren. Zo oneerlijk, zo verschrikkelijk oneerlijk en verdrietig. In mijn droom belde ik één van hen op. 'Ik ben nu ook mama van twee kindjes die er niet meer zijn, zei ik, nu begrijp ik hoe het voelt'.

De spanning is te snijden. Angstig en even hoopvol wacht ik op wat de toekomst brengen zal.
Ik hoop dat we deze keer naar huis kunnen rijden met een maxi-cosi met een huilend hoopje liefde, met oogjes die opengaan, blijven opengaan, handjes die je vinger proberen vast te grijpen, een mond die kleine wolkjes ademt, ons winterkind, dat elk seizoen met ons mee beleven zal.

's Avonds geeft Jonas toe dat hij ook een slechte droom had gehad. Hij wou het me niet vertellen. Vreemd dat we allebei tegelijk over hetzelfde thema dromen. Naast elkaar in bed, speelde zich in onze hoofden dezelfde angstige film af...

We beslissen om samen te hopen.


K / Dagboek 46 / Terug in de tijd / Zwanger / Verdriet schuilt achter een hoekje en komt plots tevoorschijn.

1 december 2017 - 33,5 weken zwanger 

Daar ben je weer...
Je verschuilt je achter een hoekje en komt plots tevoorschijn.

Tranen rollen over mijn wangen.
Tranen omdat deze zwangerschap al zo'n verschrikkelijke 'volhoudrace' is geweest, een eenzame psychologische marathon van 9 maanden. We zijn er bijna. Mijl 8 bereik ik over een aantal dagen.
Spanning die te snijden is, maar die zich ook in het alledaagse heeft genesteld.
Teleurgesteld omdat je liever lid was van de ordinaire rozenwolkenclub, dan van de metlegehandenclub. Bang om een tweede lidkaart te krijgen binnenkort.

Naast het verdriet, ook verwonderd zijn... ik ben nu 33,5 weken zwanger. Van Idas was ik 38 weken zwanger, een voldragen zwangerschap en toch is hij hier niet. Beseffen dat hij er echt is geweest, helemaal af, helemaal voldragen. Balen omdat het voelt dat je die hele lichamelijke transformatie voor niets hebt gedaan.

Teleurgesteld zijn dat je zo moet vechten voor een kind dat er niet meer is. Ik zeg zo graag dat ik twee zonen heb. Maar soms komt het antwoord: 'ah, maar hij leeft niet meer, dus heb je één zoon'. 'Nee', antwoord ik, ik heb twee zonen. Als je moeder sterft, zeg je ook niet meer dat je geen moeder meer hebt. Het blijft je moeder, voor altijd. Mijn overleden zoon blijft mijn zoon, voor altijd.

'O maar mijn mama/vriendin/schoonzus heeft ook een miskraam gehad'. Echt waar, als ik dat nog één keer moet horen steek ik mijn fuckyouvinger diep in je neus, tot je niet anders kan dan een sorry uitkramen. Mijn zoon heeft Idas, niet miskraam. Sowieso een woord dat uit het woordenboek geschrapt moet worden.

Hier zit ik dan. Ik heb een deadline af te werken, maar in plaats daarvan is er verdriet
dat komt bovendrijven en me aankijkt. Op een schoteltje, naast mijn kop thee, ligt een hap verdriet voor me klaar.

Ik besluit er dan maar in te bijten. Een brok in mijn keel. Slik. Tranen. Mogen. Er. Ook. Zijn.

Vergezeld met een liedje van Eefje De Visscher

'Tot we langzaamaan komen bovendrijven. En ik zie dat we traag, maar vanzelf boven water komen.'





K / Dagboek 45 / Terug in de tijd/ Zwanger/ 33 weken/ Roald Dahl

26 november 2017 - 33 weken zwanger

Vroeger kwam mijn oudste zus door het raam in mijn kamer kijken. 
Ik sliep op zolder en door het dakraam had je het verste zicht over de straat. 
Zus wachtte op haar lief, hij had die vreselijke gewoonte om altijd en overal te laat te komen. 
Ik had geen lief, wel een stickerboek, was acht jaar jonger en las de boeken van Roald Dahl. 
Ieorg Idur, was de titel.

 'Neem mijn handen vast' zei ik tegen mijn zus. Ook mijn broer, met wie ik de kamer deelde moest meedoen. 
We zaten in een kringetje van drie en sloten onze ogen. 'Zeg me na' zei ik, 'mok Idur, mok Idur'. 
Uiteindelijk kwam Rudi en dat doet hij nog steeds. 

Vandaag hou ik de handen van mijn oudste zoon vast en herhaal ik de toverspreuk, die Roald Dahl me leerde. 'Ieorg deog ybab'. Ik knipoog naar de foto en urne van mijn tweede zoon 'Idas' op de schouw. 'Ieorg deog yvab'. 
Orson doet vrolijk mee.

Ik leer mijn kind rare dingen, maar we hebben plezier. Ik leer mijn kind dat rare toverspreuken zeggen normaal is als je soms bang bent. Bang tijdens een zwangerschap na verlies. Dat je probeert vast te houden aan kleine dingen, kleine bijgeloofjes, omdat je zo hard verlangt dat alles deze keer wel goed zal komen. En als de baby er is, gezond en wel, zal ik 'uknad' zeggen,  danku Roald Dahl, die voor even mijn god is, danku voor de kracht van de fantasie, die je me leerde.

K / Dagboek 44 / Terug in de tijd/ Zwanger / 25 weken onderweg met kindje drie

1 oktober 2018 - 25 weken zwanger


Midden in de nacht.
Een stil huis. En iemand die de slaap niet vatten kan.
Meestal zijn het kinderen. In dit huis ben ik dat af en toe.
Angst houdt me uit mijn slaap.

Op dit moment ben ik 25 weken zwanger.
Waar zwanger zijn voor de meesten samenvalt met gelukkig zijn, ervaar ik dat niet zo.
Begrijp me niet verkeerd. Ik kan niet genoeg herhalen hoe blij we zijn met deze nieuwe kans. Zo bekijken wij het. Een kans.
En met een kans kan het twee kanten uit. Een kindje erbij in huis dat we kunnen zien opgroeien.
Of niet. Winnen of verliezen.

Deze week werd ik door enkele kleine dingen, overmand door intens verdriet, het kwam eruit, samen met de angst, die ik wat aan het onderdrukken was. Ja, ik ben bang deze zwangerschap. Ja, ik heb het met vele opmerkingen moeilijk. Mensen die me opgelucht zeggen 'dat alles uiteindelijk toch altijd goed komt', als ze zien dat ik weer zwanger ben. 'Euh, pardon, niet alles komt altijd goed, onze tweede zoon is dood'. Mensen die vragen of ik blij zwanger ben, me bijna verplichten dat ik blij zwanger moet zijn. Mensen die vragen hoe het met mijn zwangerschap gaat en het antwoord zelf invullen. Mensen die vragen hoe het gaat, maar onwennig zijn als ik eerlijk antwoord dat het moeilijk gaat. De vele antwoorden dat ik ervan uit moet gaan, dat alles wel goed zal komen... Is het niet normaal, dat ik, voor de twee keer mama, bevallen van een kindje dat reeds gestorven was, nog voor het goed en wel geboren was, bang ben? Dat ik me onzeker voel, hoe het deze keer zal aflopen?  Ja, ik ben blij, maar mag ik alstublieft, na het verlies van Idas*, ook een beetje bang zijn? Mag het?

K / Dagboek 43 / Terug in de tijd / Zwanger / 24 weken/ Gom mijn angsten alstublieft niet weg

24 september 2017 - 24 weken

Nog maar 24 weken ver,
naar mijn gevoel ben ik al een halve eeuw zwanger.

Zwanger zijn zonder roze wolk, duurt lang.
Ik zweef niet, ik wandel de dag traag in en uit, diep met mijn voeten in de grond geworteld.

En wil geen onnodige euforie rond mij over mijn zwangerschap.
Doe. Maar. Gewoon. Doe. alstublieft. realistisch. En gom mijn angsten alstublieft niet weg.

Er zijn vele momenten dat ik mijn buik liever zou willen wegstoppen.
En er ook zijn momenten dat ik fier zwanger over straat loop.

Gisteren wou ik mijn zwanger zijn even op de Off knop zetten, of eerder op Pauze.
Vorige week was het 10 jaar geleden dat mijn vader overleed aan de gevolgen van mesothelioom (veroorzaakt door asbest). Zoals elk jaar, de laatste dag van september wordt er een fietstocht georganiseerd voor alle slachtoffers van asbest, in het dorp waar ik opgroeide. En dan kom je veel oude bekenden tegen. Die enthousiast zijn dat je daar met een bolle buik rondloopt.

Het is lief, ontzettend lief, dat iedereen proficiat zegt. Maar stiekem vind ik dat ook vermoeiend. Ik weet heel goed, dat die proficiat vervalt, als je kind sterft en de overvloed aan felicitaties plaats ruimt voor enkelingen die het wel durven zeggen, proficiat met jullie tweede zoon. Want ondanks een doodgeboorte, was je kindje er wel, heel kort en werden wij effectief opnieuw mama en papa. Sowieso een proficiat waardig.

Na een paar keer 'Proficiat' te horen, kan ik het niet laten om er een bedenking tussen te gooien.
'Hopelijk blijft die proficiat over een paar maanden nog gelden'. zeg ik dan, een beetje cynisch, I know, maar daar sta je dan, weer zwanger na het verlies van je kind. Alle naïviteit is verdampt. Ik voel me nuchter, zelfs té nuchter. Soms antwoord ik 'we zien wel', omdat ik de euforie belastend vind en nog niet naar de toekomst durf te kijken. Nog nooit leefde ik meer in het nu, waar alle meditatieboeken vol van staan. Als er vragen over details komen, antwoord ik dat mijn enige wens is dat mijn kind leeft. Wat interesseren mij nu kleren, het geslacht, haarkleur, op welke datum ik hoop dat mijn kind geboren zal worden. Dat is gereduceerd tot nul. Nada.

Ik wil sommige mensen weer tot drie leren tellen. Eén dat is Orson. Twee dat is Idas*. En drie dat is dit kindje in buik. Het zal vermoedelijk altijd een gevecht zijn voor erkenning om een kind dat er niet meer is. Een kind dat slechts weinige mensen hebben gezien. Het kind dat wij zo kort, maar zo liefdevol in onze armen hadden.

Ik merk dat vele mensen het moeilijk hebben met angst. Dat ze die willen wegnemen. Maar dat hoeft niet. Liever niet zelfs. Laat het gewoon zijn. Ja, ik ben bang. En dat is ok. Het is geen vijand. Het is gewoon een realiteit, die bij me hoort. Soms ben ik bang. Soms ben ik blij. Soms voel ik ze samen. Altijd probeer ik te hopen op een goede afloop. Maar ook altijd ben ik realistisch en afwachtend. Maar ik sluit niet uit dat er met vertraging toch nog een vleugje roze wolk kan komen. Graag zelfs. Als alles goed is gekomen.





K / Dagboek 42 / Terug in de tijd / Zwanger / 20 weken / Een zee van zand

27 augustus 2017 - 20 weken

Dat zwanger zijn na verlies zo moeilijk zou zijn...  wist zelfs ik, mama van een doodgeboren kind, niet.

Dat zoveel mensen vragen of we blij zwanger zijn of zeggen dat uiteindelijk toch maar alles goed komt... wist ik ook niet.

Natuurlijk zijn we blij met deze nieuwe kans, maar wij zijn ook bang. Want dat is het net, niet alles komt altijd goed, dat verhaal kennen we heel goed. Ik wil niet negatief zijn, maar ben gewoon realistisch. Geworden. Van dat naïef meisje van zestien, van vroeger, blijft niet veel meer over.

Soms lukt het wel om blij te zijn. Met kleine beetjes blij.  Niet te lang. Blij durven zijn, vertrouwen, dat zijn we terug aan het leren. En leren doe je altijd met vallen en opstaan. Er is niemand die bij zijn eerste voetbalmatch, koning voetbal is, maar wel na veel oefenen. Ik oefen elke dag.

Het voelt best een beetje eenzaam. Die roze wolk... het spijt me, het lukt me niet. Bij andere zwangere vrouwen lijkt het of ik altijd zo mijn best moet doen. Om positief te zijn. Om te zeggen dat wij gewoon heel veel pech hebben gehad, dat gelukkig bijna niemand dit voor heeft.  En bij lotgenoten... natuurlijk doet het pijn voor hen om te weten dat iemand weer zwanger is, natuurlijk.  Nochtans is het met hen dat ik me nog steeds het meest verwant voel op dit moment.

k denk dat ik pas na de bevalling zal beseffen dat ik werkelijk zwanger ben geweest. Mijn kop steekt af en toe in het zand en er is veel zand deze zwangerschap, een zee van zand.

Steeds grotere stukjes blij, maar mijn verdriet, dat moet nooit helemaal weg. En ik kan alleen maar hopen dat dat stuk van ons, van wie wij nu zijn, bij familie en vrienden altijd een plaats zal mogen hebben. Dat het niet verbannen moet worden, omdat feestjes doorgaans vooral vrolijk moeten zijn.  Kan je niet anders dan een stuk melancholie meedragen als je voor die verschrikkelijke keuze hebt gestaan of je je kind wil begraven of cremeren? Mogen we bang zijn? En soms blij? En melancholisch? Van alles een beetje? Een allegaartje, een groot buffet met verschillende smaken. Mag het alstublieft?



K / Dagboek 41 / Terug in de tijd / Zwanger / 7 weken/ Kleine beetjes blij, grote stukken angst

28 mei 2017 / 7 weken zwanger

We zijn nog maar 7 weken ver. Het voelt nu al als een wandeltocht, waarin ik niet meer kan.
Ik steek mijn kop in het zand. Ik speel een struisvogelmama.

Gisteren vroeg ik aan Jonas of hij me pas over 9 maanden zou willen wakker maken. Gewoon even niets voelen van deze zwangerschap, geen angst en wakker worden van onze huilende baby en er dan tegen aan gaan.

Ik ben bang voor de reacties op deze nieuwe zwangerschap. Bang dat mensen overenthousiast zullen reageren en ik daar niet tegen zal kunnen. Wie zegt dat het deze keer wel goed zal komen? Wie kan zeggen dat we deze keer bij de goede kant van de statistieken gerekend zullen worden? Ik denk dat ik pas blij zal durven zijn als het werkelijk goed is gekomen. Er heeft zich immers een trauma in ons genesteld. Ik erger me nu al aan iedereen die zijn hoofd scheef zal houden bij het zien van mijn groeiende buik met bijhorende ooh's  en aah's. Laat mijn buik en mij maar gerust. Doe gewoon. Roze commentaren will be burned!

We denken heel vaak aan Idas de laatste dagen. Deze nieuwe zwangerschap maakt herinneringen wakker. Het doet me aan de dagen denken met Idas in mijn buik. Ik wil hem terug. En dat zal ik waarschijnlijk mijn hele leven denken.

Ik neem het boek 'Altijd een kind tekort' weer uit de kast, een handboek voor zwangerschap na verlies. Ik kocht het enkele maanden na het overlijden van Idas en las toen enkel de eerste hoofdstukken, aangezien de andere nog niet van toepassing waren. Het boek lag te wachten op de dag dat. En natuurlijk zijn we blij dat het zover is. Heel blij. Het is stap één van onze toekomstdroom. Ik denk aan alle koppels die ook verlangen naar een (nieuwe) zwangerschap, aan iedereen voor wie het ouderschap helaas geen vanzelfsprekendheid is. En dan moet ik wel beseffen dat we geluk hebben. Ik vond het voorbije half jaar wachten al verschrikkelijk, maar het moet als luxe klinken voor mensen die er jaren over doen.

In het boek 'Altijd een kind tekort' las ik enkele zaken waardoor ik me, ondanks de angst, toch normaal voel:

Menig onderzoek toont aan dat ouders na het overlijden van hun baby in een volgende zwangerschap een abnormaal verhoogde angst hebben. onderzoekster Joann O'Leary toont aan dat rouw een onderdeel is van de zwangerschap na verlies. Daarmee weerlegt zij eerdere bevindingen dat angst het resultaat is van 'niet verwerkt verlies'. Er wordt bij vrouwen die zwanger zijn na babysterfte en die angst vertonen te gemakkelijk van uitgegaan dat er sprake is van 'niet verwerkt verlies'.  O'Leary spreekt dit met haar onderzoeksresultaten tegen en stelt moeders gerust dat angst part op the game is. Uitingen van grote angst kunnen als normaal worden beschouwd gezien de ervaringen van deze ouders. 

Het hoort erbij. De angst. Niet dat hij onze beste vriend zal worden. Hij zit naast ons aan tafel, hij gaat met ons slapen. Soms negeer ik hem, duw ik hem weg of kijk ik hem recht in de ogen. Soms verandert hij in hoop, probeert hij te sussen, te lachen, te genieten. Hij is een kameleon, een metgezel tijdens onze tocht naar kindje drie.

Als het allemaal goed komt, zal ik het langzaam weer leren, kleine hapjes proeven van geluk en vertrouwen, la vie en rose met een baby, zoals we nu 'kleine beetjes blij' zijn, naar een lied van Paul de Leeuw, een mooie omschrijving die ik ook las in bovengenoemd boek.

Maar daarvoor is er vooral angst, grote happen worden onzichtbaar ingeslikt bij elke adem...

K / Dagboek 40 / Terug in de tijd/ Zwanger / 4 weken/ Pril, blij en bang

7 mei 2017 -  4 weken zwanger

Acht dagen weten Jonas en ik dat ik weer zwanger ben.
We hoopten het al een tijdje en zijn blij dat we weer geluk voelen naast het verdriet.
Orson is sinds die dag ontzettend goedgezind, alsof er een last van zijn schouders is gevallen (ook al weet hij deze keer nog van niets, hij lijkt iets te voelen). Zonder tranen neemt hij afscheid van ons op school.

Zeven dagen is het me gelukt om hoop te voelen.
Maar hoe positief je overdag ook kan zijn, de angst sluipt de nacht in en valt niet te ontkennen, ze neemt een plaats in in onze dromen. Blij en bang, een nieuw duo. We zijn nuchter, zo ondraaglijk nuchter. Ik mis de roze wolk, het vertrouwen dat ik had toen ik zwanger was van Orson en half heb ervaren tijdens de zwangerschap van Idas.

Je zou denken dat het voorbij is, het verdriet...
Maar het is er nog.
Het missen van Idas blijft.
En dat vind ik best zo. Ergens stelt het me gerust. Idas is Idas. Ik wil hem nooit vergeten, ik wil hem altijd ergens dichtbij mij, waardoor er altijd dat stukje verdriet zal zijn, dat vanzelfsprekend bij ons hoort.

Dit prille begin is een ander hoofdstuk.

Ondanks dat ik zwanger ben, blijf ik het moeilijk vinden om al die kleine broertjes en zusjes van klasgenootjes van Orson te zien. Laat staan als het een tweeling is, twee kinderen met één zwangerschap? Och gelukzakken... Ik blijf op een afstand. Ik weet te goed, dat zwanger zijn, daarom niet betekent dat je je kind in je armen zal houden. Ik blijf op een afstand van zwangere vrouwen, inclusief mezelf.

Dat blindelingse vertrouwen dat ik zie bij zwangere vrouwen, het klinkt hard, maar het maakt me soms nog misselijker dan ik al ben. Dan laat ik me even gaan in het schrijven... 'de roze wolk stinkt, er groeit een angstschimmel op'. Erg overdreven natuurlijk, maar ik omzeil ze het liefst. We weten ondertussen teveel. Jonas en ik kennen zoveel verhalen van lotgenoten, zoveel wendingen in zwangerschappen met een bitter einde. Koppels die zelfs een tweede kind verloren... De natuur telt niet. Het kan ook een tweede keer. En dat is verschrikkelijk oneerlijk. Ook wij kunnen ons dat en willen ons dat niet voorstellen.

Sinds Idas, lukt het me niet meer om in de toekomst te kijken. Ik durf niet. Ik wil het niet. Vandaag is het nu. Vandaag ben ik pril zwanger. Vandaag ben ik blij, maar ook bang. Ik probeer te voelen wat ik te voelen heb, maar plant ook zaadjes van hoop, omdat positief denken een instelling is waarbij niets te verliezen valt, ook al kost het me ontzettend veel moeite. Ik denk dat het normaal is tijdens de zwangerschap na verlies, de lucht kleurt grijs en gaat overal waar je gaat met je mee.

Fingers crossed tot het pijn doet, tot ze breken.