zaterdag 31 december 2016

K / dagboek 24 / 2016

2016, het jaar met in die zomer de moeilijkste seconde, 
het moment waarop, wat ik al een dag vreesde, bevestigd werd. 
In een kamer op het verloskwartier schudden drie gezichten een nee in onze richting. 
Naast hen een wel heel stil beeld van wat de laatste echo zou zijn. Ik moest het met woorden horen. 
'Is het echt? Is ons kindje dood?' Een hand op mijn schouder. J en ik kijken elkaar vol ongeloof aan. 
Orson speelt ondertussen in de kamer. Door het raam op de achtergrond de bossen van Laarbeek.

Eén seconde en je leven kan volledig anders zijn. Wat volgde was het moedigste dat in 2016 (en vermoedelijk in vele jaren) heb gedaan. Bevallen van een kindje dat reeds gestorven was. 
 En dan was het er toch, dat mooiste moment. Jou, kleine Idas* in onze armen houden, vol verwondering, die eerste kus geven, doorheen het verdriet ontzettend veel liefde voelen. En die door de helse maanden daarna proberen vast te houden, nog steeds. 

Weet je, Idas*, jij woont midden in mijn hart en je mag gerust op de muren tekenen (iets wat jouw grote broer niet mag, maar voor jou zie ik het om de één of andere reden door de vingers). 
Onze tweede zoon deed heel wat bewegen in ons gezin, gaf ons een nieuw bewustzijn en zal dat het komende jaar ongetwijfeld nog doen. Doorheen de tranen lukt het nog steeds om de zon te zien (met iets meer moeite, dat geef ik toe, maar ongetwijfeld ook door de steun van vrienden en familie). Dat maakt dat ik jou toch ook wat moet koesteren... 2016.

maandag 26 december 2016

K / dagboek 23 / there is a crack in everything...

Exact een jaar geleden, een dag na kerstmis, ontdekte ik dat ik zwanger was,.
Nog geen week later, zat ik al bij de dokter. Een bloeding na het lopen. Een bloedafname.
We gingen het jaar in met onzekerheid. Enkele dagen later zou er nog een bloedafname volgen.
De eerste werkdag van het nieuwe jaar kreeg ik 's avonds dat verlossende telefoontje.
Ik zat op dat moment in de avondles en vluchtte de toiletten in. Het HCG was ruim gestegen.
Met een stiekeme glimlach volgde ik de rest van de naailes.

We bleven voorzichtig tot de eerste maanden voorbij waren. We vertelden blij dat je zou komen, dat Orson grote broer zou worden. De misselijkheid minderde en eindelijk kon ik meer genieten.  Tot, enkele weken later, de tweede echo volgde en de onzekerheid zijn hoogtepunt vond.

Idas*, de hele zwangerschap leek die onzekerheid zo hard aanwezig. Als ik er nu op terugkijk, leek het alsof het nooit de bedoeling zou zijn dat je zou blijven. Er waren zoveel aarzelende momenten, zoveel onzekerheden, zoveel donkerte, zoveel twijfels..

Mijn kindje, ik denk dat ik jou wel begrijp. Dat je liever niet bleef. Mama zijn is in de eerste plaats loslaten, aanvaarden welk pad je kind bewandelt. Ik had een heel andere weg voor ogen voor jou... voor ons samen... ik wou je kussen, knuffels en schouderklopjes geven onderweg... En toch...voel ik je nu veel lichter aan dan dat je kwam. Alsof je je ziel heb omgevormd tot iets wat beter bij je past. En dan weet ik dat de maanden die je bij ons was, zinvol waren voor jou.

Zijn ze zinvol voor ons?
Jij bent alleszins onze mijlpaal. Er is voor jou en na jou, een wereld van verschil.
Ik merk nu al dat alles anders is. Ik maak andere keuzes. Ik nam een pauze op één van mijn jobs.
Ik durf eindelijk een nieuwe richting inslaan. Plannen, waar ik al jaren op broedde, krijgen plots vorm. Vriendschappen van vroeger komen terug, andere verdwijnen. Je hebt me gereset. Je maakt me zuiverder, brengt me terug naar de kern. Wat niet meer bij me past, laat ik los, er komt ruimte voor het nieuwe. Ik neem meer ruimte in, denk eindelijk 'neem me maar zoals ik ben'. Ik durf ervoor wedden dat ik normaal de eerste week van januari koopjes zou gaan najagen voor mijn twee zonen. Nu zal ik die eerste week, een cursus volgen over rouw, 'Bardo en het Tibetaanse dodenboek', over de visie van de boeddhisten op het stervensproces. Eindelijk maak ik zelf de truien voor Orson van stoffen die al jaren lagen te wachten tot ik tijd zou hebben. We schrapten de jarenlange kersttraditie in mijn familie. 'Naampje trekken - verlanglijstje doorsturen - cadeautje kopen'  is niet meer. Eigenlijk wist je al op voorhand wat je kreeg en kon je het evengoed voor jezelf kopen. Nu maakten we voor het eerst zelf een cadeau voor elkaar. Eindelijk doe ik de dingen, die ik zou doen als ik er de tijd voor zou hebben. Later. Altijd maar later. Je hebt me in het nu gebracht. Je hebt me de moed gegeven om mijn gevoel te volgen. Je hebt me Intuïtie met een hoofdletter leren schrijven. Je leert me levenslessen, die ouders doorgaans, gespreid over hun hele leven leren. Je hebt me je grote broer nog dieper leren liefhebben, je hebt me doen inzien hoe wonderlijk het is om zijn mama te mogen zijn, de eer heb hem duwtjes in de rug te mogen geven tijdens het opgroeien. Je hebt me leren loslaten. Je leert me liefhebben op een andere manier, die ik daarvoor nog niet kende. Je bent de poort tussen het hier en nu en de plaats waar je bent als je hier niet meer bent. Iets wat velen 'de hemel' noemen, iets wat ik los van alle vormen van religie ook wel de hemel wil noemen.

2016 was niet ons jaar. Ook niet het jaar van de wereld. Het gaat hier niet zo goed. Klimaatflops, vluchtelingen, aanslagen, macht en onmacht,... Maar zoals Cohen zei 'there is a crack in everything that's how the light gets in'. Onder de duisternis groeit het licht.

donderdag 15 december 2016

K / dagboek 22 / 4 maanden

Vier maanden zou je nu zijn.
Wat had ik graag een foto van jou gedeeld.
Hashtag 4 maanden, hashtag schattig, hashtag om op te eten of hastag teamnosleep.
Al klopt dat laatste soms wel een beetje.

4 maanden zonder jou.
Een helse tocht van overleven. Met opstaan en weer vallen, opstaan en net niet vallen, wankel naar evenwicht zoeken. Elke dag doen we heel hard ons best om er te staan. Toen een vriendin me vorige week zei 'Ik ben zo jaloers op jou nu, want je hebt zoveel tijd',  stond ik perplex. Ik snap niet dat iemand jaloers is op onze situatie... want dit wil je echt niet, je kind verliezen. Dat iemand überhaupt zou denken dat ik nu gezellig thuis zit te wezen en de tijd van mijn leven heb. Niet dus. Zwangerschapsverlof zonder baby, ik kan het niet aanraden.

4 maanden
wachten we op de resultaten van de autopsie.
Consequent bel ik sinds deze week, elke dag.
Ik ben het beu.
2017 is in zicht en die autopsie hoort bij 2016...
Het maakt me onrustig dat we dit nog niet hebben kunnen afronden.

Het enige dat ze zeggen is:
'Ze zullen u terugbellen mevrouw' of 'U zal een brief krijgen met een afspraak' of 'Het duurt zo lang omdat de hersenen gefixeerd moeten worden.'
Maar ze bellen niet, we horen niets, er zit geen brief in de bus.
En ze kunnen me niet meer wijsmaken dat het maanden duurt om hersenen te fixeren.
Dat duurt hooguit een paar weken. Die zijn al lang voorbij.

We voelen ons genegeerd.

Voor hen is het waarschijnlijk één van de vele onderzoeken.
Voor ons gaat het om de hersenen van ons kind.
Ik wil geduld opbrengen en respect tonen voor de werkwijze van het ziekenhuis.
Maar ik verwacht ook respect terug. Een klein telefoontje om te zeggen hoe ver ze staan.
Ons op de hoogte houden. Tenminste een beetje empathie tonen. Eén portie is voldoende.

Soms heb ik spijt dat we voor de autopsie hebben getekend.
De hersenen van Idas* in handen van mensen die er niet eens naar omkijken...
Want gek genoeg, ook al leef je niet meer Idas*, toch wil ik waar ik kan, nog voor je zorgen, zo goed ik kan. Ook voor je onactieve hersenen die daar in het ziekenhuis zijn. Elk stukje van jou wil ik koesteren. Het geeft me het gevoel dat je niet in goede handen bent. Dat wringt enorm. Dat beschermende moeder-oer-gevoel voel ik ook bij jou.

Van levensbelang is het niet meer. Dat klopt.
Wat je hart klopt niet.


(Een uur na het schrijven van deze tekst, was het zover. Het herhaaldelijk bellen had dan toch iets opgeleverd. Eindelijk was er nieuws. De resultaten van de autopsie van de hersenen waren bekend, als bonus kreeg ik bijhorende excuses dat het zo lang had geduurd (flauw). De hersenen waren reeds van onvoldoende kwaliteit op het moment dat ze gefixeerd werden, het onderzoek had dus niets opgeleverd. De resultaten van het genetisch onderzoek kenden we al en daar werd gelukkig niets gevonden. De oorzaak van Idas* zijn overlijden blijft voor eeuwig onbekend. We zijn opgelucht dat we dit eindelijk kunnen afsluiten, ook al blijft het mysterie).

zondag 11 december 2016

K / dagboek 21/ Idaaààs!

Dag kleine man,

Het is wereldlichtjesdag vandaag. Heb je het gezien? Overal ter wereld hebben mensen een kaarsje gebrand, voor jou en al je sterrenvrienden. Ik had deze ochtend nog net een mailtje gestuurd naar de familie. En om 19u stroomden de foto's binnen. Dat ze aan je denken en dat ze dit kenbaar maken doet ons veel deugd. Het voelt als een portie troost, die wij met beide armen omarmen. Het maakt me rustig.

Je grote broer, roept op de meest onverwachte momenten je naam. Idas! Idaaààas!
De eerste weken nadat je weg was, hebben je vader en ik in het bos heel hard Idaaaaàààs! geroepen. Orson keek eerst wat raar. Maar daarna deed hij mee. Daarnet deed ik zijn pyjama aan en riep hij heel hard Idaaas! naar beneden. Je papa riep Idaaààs! naar boven. En zo riepen ze heen en weer. Dat doet me lachen. Ik denk dat hij je heel hard zal missen als hij groter is. Er komt een dag, dat onze tranen lichter zullen aanvoelen en dat Orson zijn tranen zwaarder zullen wegen. Dat hij doorheeft dat hij zijn kindertijd had kunnen doorbrengen met zijn kleine broertje. Dat hij kattenkwaad met je had kunnen uithalen en ik jullie op het matje had geroepen (dat is nu eenmaal mijn rol als mama;)). Dat jullie samen torens hadden kunnen bouwen, samen hadden kunnen vechten en dicht bij elkaar hadden kunnen kruipen als één van jullie een beetje bang was in het donker.

Ik heb twee zonen.
Ook al ben je voor de wet alleen maar gestorven, voor mij ben je geboren, voor ons was je er echt. Als je in Nederland was geboren, had je wel een geboorteakte gekregen. Absurd toch! Echt waar, Idas, wetten, je moet die niet altijd volgen. Neem het van mij aan. Ze verschillen van land tot land en van moment tot moment. Te volgzaam moet je niet zijn in het leven. We maken onze eigen wetten, jij en ik. De wet van de moederliefde. Ik ben voor altijd je mama en jij bent voor altijd mijn tweede zoon. Afgesproken? En dan nu oren toe, Idas*, je moeder gaat heel luid vloeken: My ass, politica!

zondag 4 december 2016

K / dagboek 20 / Onverwacht

Mijn gevoel is weg.
Het ligt op een hoopje door elkaar.
Een bol wol, die je meeneemt onderweg,
en eenmaal weer thuis, liggen alle draden door elkaar,
van de schokken tijdens het stappen, van het botsen van de inhoud van je tas,
werkelijk alles ligt overhoop.
Het lukt me niet om hem te ontwarren, er zitten hardnekkige knopen in...
En wat doe je als je een knoop niet los krijgt? Dan vraag je hulp.
Maar dit is niet zomaar een knoop, hulp vragen is moeilijk.
Ik vind het fijn als mensen spontaan hulp aanbieden, spontaan vragen hoe het gaat en of ze iets kunnen doen. Als ik zelf hulp moet vragen, denk ik snel dat ze zullen denken dat ik een aansteller ben, daar is ze weer met haar verdriet, kan ze nu nog steeds niet gewoon verder...

Sommige mensen vragen heel oprecht hoe het gaat. Bij anderen loopt het moeilijker... Maar echt, nu, hebben we iedereen zo hard nodig. Het is een gave om met verdriet van een ander om te kunnen gaan, empathie prijs ik hoog. Het is ook zo jammer dat de meeste mensen vragen hoe het met mij is en niet aan J... We zijn evenveel mama en papa, toch...

Gisteren gingen we voor het eerst naar een praatgroep 'Met lege handen'.
's Ochtends voelde ik me goed, ik deed zelfs mascara op (iets delicaat tijdens een rouwproces).
Onderweg naar daar voelde ik het veranderen. Ik was me bewust dat ik lotgenoten ging ontmoeten.
Voor het eerst, sinds de dood van Idas, ging ik in één ruimte samenzijn met allemaal mensen die dit verdriet kennen. Enkel dat ontroerde me.

Ik kan niet zeggen dat ik het tof vond om naar een praatgroep te gaan. Ik kan niet zeggen 'ja, het was echt heel leuk, ik heb me geamuseerd'. Dat klopt gewoon niet. Er bestaat nog geen woord om uit te drukken dat het ok was en ook niet ok.  Ik kan wel zeggen dat het 'deugd' deed, op de één of andere manier, want 'deugd' dekt ook hier niet de juiste lading. Ik zag verdriet, veel verdriet, verhalen waarvan ik telkens denk 'waarom is dit in hemelsnaam gebeurd?', verhalen die ik heel hard kon aanvoelen, die soms heel gelijkend zijn en in zekere zin altijd gelijkend want elk verhaal eindigt met het gemis van een pasgeboren kind. Het zijn geen leuke verhalen, het zijn telkens ontzettend droevige scènes, bitter, rauw, maar ook wel liefdesverhalen, want elke ouder die ik zag, bezit de puurste liefde voor zijn kind, veel bewuster, veel dieper dan wanneer ik ooit op kraambezoek ging (en die 'gewone' ouders zien hun kinderen ook al heel graag natuurlijk).  Met lotgenoten heb je op de één of andere manier vanzelf een band. Je deelt het diepste wat je als ouder kan overkomen. Er is niets dat je leven meer kan doen wankelen denk ik of ik spreek in mijn geval 'mijn leven'.

Alles zindert nog na. De woorden, de beelden, de namen van alle sterrenkindjes, de woorden van troost, de hoop van mensen die veel verder staan, mensen die nog kinderen kregen na het verlies van hun sterrenkind, mensen die weer zwanger zijn. Mensen die zeggen, dat ze ondanks alles, oprecht gelukkig kunnen zijn, ondanks het verdriet. Ik wil daar ook zo graag staan. Ik wil stappen overslaan, de laarzen van een reus dragen, de klok vooruit draaien en terugkijken.

Soms loop ik dan toch een beetje weg, zit ik in de toekomst, denk ik dat het allemaal wel gaat.
Maar dat is wat te snel hè Idas, je mama is altijd wat aan de ongeduldige kant geweest. We zijn nu. En nu is er verdriet. We zijn nu en nu is alles anders.

Door met andere sterrenouders te praten lijk ik te beseffen dat ik mijn verdriet heel fragmentarisch beleef. Ik werk met een aan en af knop. Omdat Orson er al is. Feesten die andere ouders deze maand verschrikkelijk vinden, voelen voor mij best ok. Voor Orson moeten we verder. Sinterklaas komt hier dan wel niet voor Idas*, maar wel voor Orson. We beleven vreugde en verdriet samen. De vreugde van een opgroeiende peuter in huis. Het verdriet van onze onzichtbare jongste zoon, die, ook al komen er nog andere kinderen (my wish!), altijd de jongste zal blijven.

Ik zeg vaak dat mijn zus Saar een zoontje heeft dat drie maanden ouder is. Maar dat klopt al lang niet meer. En dat had ik dit weekend pas door. Idas* is nul jaar. Hij heeft zelfs geen dag geleefd. Hij staat in min. Ondertussen is Abeltje al veel veel ouder. Net zoals bij Orson. Hij zou twee jaar en een maand verschillen met zijn broertje. Maar ze verschillen steeds meer. We beleven het zo dubbel met een levendige zoon en een stille zoon. En mijn verdriet gaat op en neer, aan en af. Ik besef dat ik al verder had gestaan als het altijd 'aan' zou kunnen staan. Ik vrees dat ik het echte dieptepunt nog niet bereikt heb. Dat komt nog, met vertraging, het staat niet in mijn agenda gepland. Het komt onverwacht.

Idas*, na die hele moeilijke zwangerschap, waarvan ik vaak dacht dat ik je zou verliezen, was er  eindelijk die eindmeet. Je zou bijna geboren worden, je was voldragen, je zou er zijn, je groeide zo goed. Eindelijk kon ik het geloven, dat alles toch goed zou komen. En toen ik met mijn hele zijn geloofde dat ik jou gezond en wel in mijn armen zou houden, toen was je weg. Voor altijd weg. Heel onverwacht.