vrijdag 19 januari 2018

K/ Dagboek 51/ Een zus voor Orson en Idas*

Ze is er!
Coco
Coco Blue Simone Jatidjan.

Al een weekje is ze bij ons.
Na zoveel verdriet, was geluk zo welkom.
Ik dacht dat ik zou huilen als ze geboren was.
Ik huilde niet. Zij huilde niet. 'Is alles ok?' vroeg ik meermaals.
Ze was er. Haar ogen open. Ze keek me aan.
Ze bewoog. Ze werd onmiddellijk in mijn armen gelegd, samen met de moederkoek, die de vroedvrouw liet nakloppen. De navelstreng, die bij mijn eerste zoon onmiddellijk werd doorgeknipt om hem vervolgens te wegen en te meten, werd pas uren later door Jonas doorgeknipt.

Het voelt nog steeds als een droom. Onze baby, onze dochter, ze leeft!

Het werd een inleiding. De jeuk, die ik al een tijdje had, kon mogelijk wijzen op een zwangerschapscholestase, al kon het evengoed een uiting van stress zijn. Ik kreeg telefoon van mijn gynaecoloog, die in overleg met mijn vroedvrouw had beslist om me te laten inleiden. Ze wilden, gezien onze voorgeschiedenis, geen risico's nemen en eerlijk, de stress die zowel Jonas als ik voelden die laatste weken was ondraaglijk geworden. Ergens was ik opgelucht, dat ik de keuze van een inleiding niet zelf heb moeten maken. Na een tocht van 39,5 weken werd ons dochtertje Coco geboren.

Mijn fantastische vroedvrouw Alinoë bezorgde zowel mij als Jonas een zo aangenaam mogelijke bevalling. Ze was van begin tot eind bij ons. Ze steunde (ik wist dat ze niet het type is die ik kon smeken om een epidurale verdoving). Ze zorgde. Ze masseerde mijn voeten tijdens de weeën, porde een warmwaterkruik in mijn rug. Ze deed me allerlei poses innemen om de baby te doen indalen, ze deed me volharden, toen de weeën ondraaglijk werden na het breken van de vliezen en de inductie weer eens opgevoerd werd. Ergens vind ik het jammer dat ik na drie bevallingen nog steeds niet weet wat het is om spontaan in arbeid te gaan, maar ik moet het tegen mezelf zeggen, het is een detail. Het is een detail, verdomme! Het belangrijkste is dat ze er goed en wel is. En wij vrouwen, moeten stoppen om bevallingen met elkaar te vergelijken en gewoon samen blij zijn om onze kinderen, die we op de wereld mogen zetten, zo goed als we kunnen, zo goed omringd als maar kan zijn.

Na drie dagen gaan we naar huis. Ik had Orson een ballon beloofd. Nochtans vind ik ze spuuglelijk, die babyballonnen die ziekenhuiswinkels sieren. Toen Idas* stierf en ik aan de balie mijn ziekenhuisopname ging regelen, stond ik daarna in de lift met een fiere grootmoeder met een ballon 'it's a girl' in haar hand. Ze zweefde op wolken, samen met haar ballon. De vrouw was kwaad op me, omdat ze dacht dat ik op het knopje 'deuren sluiten' had geduwd, toen zij haar intrede maakte, dit terwijl het nu eenmaal eigen is aan liftdeuren dat ze na een tijd automatisch sluiten. Ik excuseerde me, zei dat dit niet de bedoeling was, ze bleef boos, ik had geen energie meer, ik was net mijn kind verloren...

Orson kiest een vis en een roze olifant voor zijn zus. We nemen samen de lift naar boven. De koffers staan klaar, onze dochter winters ingepakt in de maxi cosi. We gaan naar huis. Tijdens de route van materniteit tot parking, zie ik koppen omkijken om een glimp op te vangen van ons kindje. Ik zie mensen glimlachen bij het zien van nieuw leven. Ik voel tranen. Vorige keer zag niemand dat wij weer mama en papa waren geworden.

We stappen in de auto. In onze geleende 'Cambio'. Bij het verlaten van de parking, zie ik een lijkwagen staan. Zo werd Idas* naar het crematorium gebracht... alle herinneringen komen terug.

Tijdens de rit naar huis kijk ik achterom. Nu pas besef ik hoe bikkelhard het was om 1,5 jaar geleden met een urne naar huis te keren... Nu zitten twee van mijn drie kinderen op de achterbank. Wat een groots geluk. Over mijn wang rolt een traan, deze keer van ontroering.


Heel binnenkort post ik hier de ontbrekende tekstfragmenten, die ik bijhield tijdens deze zwangerschapstocht na verlies. 
Pas nu alles goed gekomen is, voel ik me klaar om los te laten en ze te delen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten