donderdag 11 januari 2018

K / Dagboek 41 / Terug in de tijd / Zwanger / 7 weken/ Kleine beetjes blij, grote stukken angst

28 mei 2017 / 7 weken zwanger

We zijn nog maar 7 weken ver. Het voelt nu al als een wandeltocht, waarin ik niet meer kan.
Ik steek mijn kop in het zand. Ik speel een struisvogelmama.

Gisteren vroeg ik aan Jonas of hij me pas over 9 maanden zou willen wakker maken. Gewoon even niets voelen van deze zwangerschap, geen angst en wakker worden van onze huilende baby en er dan tegen aan gaan.

Ik ben bang voor de reacties op deze nieuwe zwangerschap. Bang dat mensen overenthousiast zullen reageren en ik daar niet tegen zal kunnen. Wie zegt dat het deze keer wel goed zal komen? Wie kan zeggen dat we deze keer bij de goede kant van de statistieken gerekend zullen worden? Ik denk dat ik pas blij zal durven zijn als het werkelijk goed is gekomen. Er heeft zich immers een trauma in ons genesteld. Ik erger me nu al aan iedereen die zijn hoofd scheef zal houden bij het zien van mijn groeiende buik met bijhorende ooh's  en aah's. Laat mijn buik en mij maar gerust. Doe gewoon. Roze commentaren will be burned!

We denken heel vaak aan Idas de laatste dagen. Deze nieuwe zwangerschap maakt herinneringen wakker. Het doet me aan de dagen denken met Idas in mijn buik. Ik wil hem terug. En dat zal ik waarschijnlijk mijn hele leven denken.

Ik neem het boek 'Altijd een kind tekort' weer uit de kast, een handboek voor zwangerschap na verlies. Ik kocht het enkele maanden na het overlijden van Idas en las toen enkel de eerste hoofdstukken, aangezien de andere nog niet van toepassing waren. Het boek lag te wachten op de dag dat. En natuurlijk zijn we blij dat het zover is. Heel blij. Het is stap één van onze toekomstdroom. Ik denk aan alle koppels die ook verlangen naar een (nieuwe) zwangerschap, aan iedereen voor wie het ouderschap helaas geen vanzelfsprekendheid is. En dan moet ik wel beseffen dat we geluk hebben. Ik vond het voorbije half jaar wachten al verschrikkelijk, maar het moet als luxe klinken voor mensen die er jaren over doen.

In het boek 'Altijd een kind tekort' las ik enkele zaken waardoor ik me, ondanks de angst, toch normaal voel:

Menig onderzoek toont aan dat ouders na het overlijden van hun baby in een volgende zwangerschap een abnormaal verhoogde angst hebben. onderzoekster Joann O'Leary toont aan dat rouw een onderdeel is van de zwangerschap na verlies. Daarmee weerlegt zij eerdere bevindingen dat angst het resultaat is van 'niet verwerkt verlies'. Er wordt bij vrouwen die zwanger zijn na babysterfte en die angst vertonen te gemakkelijk van uitgegaan dat er sprake is van 'niet verwerkt verlies'.  O'Leary spreekt dit met haar onderzoeksresultaten tegen en stelt moeders gerust dat angst part op the game is. Uitingen van grote angst kunnen als normaal worden beschouwd gezien de ervaringen van deze ouders. 

Het hoort erbij. De angst. Niet dat hij onze beste vriend zal worden. Hij zit naast ons aan tafel, hij gaat met ons slapen. Soms negeer ik hem, duw ik hem weg of kijk ik hem recht in de ogen. Soms verandert hij in hoop, probeert hij te sussen, te lachen, te genieten. Hij is een kameleon, een metgezel tijdens onze tocht naar kindje drie.

Als het allemaal goed komt, zal ik het langzaam weer leren, kleine hapjes proeven van geluk en vertrouwen, la vie en rose met een baby, zoals we nu 'kleine beetjes blij' zijn, naar een lied van Paul de Leeuw, een mooie omschrijving die ik ook las in bovengenoemd boek.

Maar daarvoor is er vooral angst, grote happen worden onzichtbaar ingeslikt bij elke adem...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten