maandag 19 juni 2017

K/ dagboek 34/ Koetjes en kalfjes


Nu we dichter bij jouw 'verjaardag' komen, jouw eerste 'boven-de-wolken-verjaardag' komt er zoveel terug. De maanden dat je zo hevig bewoog in mijn buik. Het aftellen dat je er bijna was. Jouw voor het eerst zien en meteen weer moeten loslaten. Sommige dagen mis ik je harder dan ik je al miste.

Op elke foto is er iemand te kort. Op elke feestdag is er die 'tristesse' dat je er niet bij bent. Op elk blij moment is er de lach die we niet met jou kunnen delen. De vreugde heeft een metgezel, altijd geeft het verdriet hem een hand. Moeder- en vaderdag zonder jou, verjaardagsfeestjes in de tuin en jou niet kunnen vinden tussen alle spelende neefjes en nichtjes. Het zijn voor ons dagen in mineur, dagen waarop we weer eens moedig moeten zijn.

Op sommige vlakken gaat het beter, maar op andere vlakken gaat het moeilijker.

Ik herinner me nog de eerste keer dat we boodschappen gingen doen. Met je kersverse verdriet fruit en groenten wegen, een stap in het gewone leven zetten, aanschuiven aan de kassa en je oogbollen die af en toe naar die kleine baby's en zwangere mama's rollen. Het was hels. We kwamen immers net van het ziekenhuis, ik was bevallen, we hadden Idas voor het eerst en voor het laatst gezien op drie dagen tijd. Maar niemand ziet natuurlijk wat je net hebt meegemaakt. Niemand weet dat je even boodschappen doet tussen alle regelingen van de begrafenis in. Alle prikkels van buiten af, kwamen zo hard binnen. Ik heb een maand geen openbaar vervoer genomen, alle indrukken, alle geluiden waren er teveel aan. Met de auto rijden... ik heb gemerkt dat in de auto stappen met groot verdriet echt geen goed idee is. Ik ben enkele keren duizelig geworden voor het stuur, waardoor ik de auto een periode veilig gemeden heb.  Eén keer heb ik het gevoel gehad dat ik toch wel een goede beschermengel moet hebben, toen ik invoegde op een drukke autostrade en een vrachtwagen me dominant voorbijreed tot het laatste streepje invoegstrook verdwenen was. Alle dingen die zo vanzelfsprekend waren, waren dat niet meer. Op dat vlak gaat het beter, ik kan weer gewoon naar de winkel gaan, ik neem weer de metro, ik rij af en toe weer met de auto. We hebben veel opnieuw geleerd na Idas.

Maar jou, Idas, langer en langer missen, wordt moeilijker.  Idem met de confrontatie met de omgeving. In het begin krijg je begrip, maar dan ebt het maand na maand weg. Alles wordt weer normaal, het gaat over koetjes en kalfjes en over het weer. Er zijn nog steeds mensen die geen woord over Idas hebben gerept... Hoewel de tijd al een hele tijd lijkt stil te staan, verandert er iets. Je zoekt deze mensen niet meer op. Het verdriet om een kind gaat nooit voorbij. Het wandelt onzichtbaar met je mee. Het verdriet zal altijd bij ons horen. We willen het ook niet kwijt. Want het hoort bij Idas. En we willen hem altijd bij ons. 'Vriendschappen die overeind blijven zijn diegene waarbij je kind mag blijven bestaan'.

Want wat voelt het warm als zijn naam, tussen het praten over koetjes en kalfjes, even valt.