vrijdag 6 april 2018

K/ Dagboek 52 / Zo gaat dat...

Dag Idas,

Het is nu twaalf weken geleden dat je zusje geboren werd.
We zijn zo blij dat ze bij ons is. Het leven is weer wat makkelijker geworden.
Ik ben weer een mama met een buggy op de straat.
Een mama die af en toe een foto post op sociale media.
En toch ben ik ook nog die mama die zonder kinderkoets ronddwaalt...
De onzichtbare mama van jou.

Verrast het jou dat ik jou nog steeds mis?
Dat ik jou erbij fantaseer, hoe het geweest had kunnen zijn?
Dat ik soms vloek omdat ik jou er gewoon bij had willen hebben.
Drie kinderen, die ik heb gedragen, op mijn schoot.
Ik mis jou...
Dat is zeker.

We krijgen kaartjes met gelukwensen voor Coco, zo gaat dat als er een baby geboren wordt.
Als mensen ons geluk wensen met ons gezin van vier, met onze 'koningswens', een zoon en een dochter, dan leg ik die kaart even opzij. Ik geef een denkbeeldig strafpunt. Zo gaat dat als er een baby overleden is. Een koningswens... nee, een koning verliest geen kind. Ik wou jou erbij.

Ik kan het nochtans niemand kwalijk nemen. Want zo zien we eruit. Een gezin van vier. Een zoon en een dochter. Met z'n vieren wandelen we naar het park, we houden halt bij de speeltuin.
Orson, Coco, je papa en ik. Je papa raakt aan de praat met een oude man,
een grootvader, die zijn spelende kleinkinderen in het oog houdt.
Hoeveel kinderen heb je? hoor ik hem vragen, terwijl ik Orson een zetje geef op het klimrek.
Aarzelend hoor ik hoe je papa 'twee' antwoord. Dat doen we vaak. Ook al zitten in ons hart en hoofd drie kinderen. Ook al hoor jij bij ons. Toch zeggen we het soms. Zo gaat dat.

Stilte.

'Eigenlijk hebben we drie kinderen' hoor ik je papa na een tijd zeggen. We hebben nog een zoontje dat is overleden bij de geboorte. De man knikt.

Stilte.

Hij hapt naar adem en praat. 'Ik had ook een dochter' zegt hij. Ze is gestorven na een CO2 vergiftiging. Ik was alleen met haar thuis. Ze was zes maanden.

Ik kom erbij zitten. Ik vraag hem hoe ze heet.

Zambak. Turks voor lelie. De naam van zijn moeder, die hij, nota bene, op twee-jarige leeftijd verloor.

Zambak en Idas. Zo zijn jullie er weer even. Op het bankje in het park. In de speeltuin, weergalmen jullie namen tussen de stemmen van spelende kinderen. Zo hebben jullie vaders jullie namen nog eens kunnen zeggen. Zo gaat dat.

Idas, weet dat ik, tussen het verschonen van luiers, koken, de was,... in stilte aan je denk. Elke dag. Zo gaat dat als je iemand mist. Zo gaat dat en zo zal dat blijven gaan...