maandag 6 november 2017

K / Dagboek 39 / Een vuilbak en een tennisracket

Sinds kort heb ik twee ingebeelde vrienden. Nu ja, vrienden, dat is misschien wat overdreven, maar toch...

Het gaat om een vuilbak en een tennisracket.

In plaats van bezig te zijn met een peuter van 14 maanden, beleef ik al 14 maanden een intens rouwproces. Dat mensen heel verschillend reageren op de dood of zelfs niet, had ik al snel door. Maar alle opmerkingen die om de één of andere reden pijn deden bleven hangen...  Ik bewaarde ze, zoals een kind zijn knikkers. Tijd om iets met mijn 'foute' verzameling te doen. Ik ken lotgenoten die stiekem punten uitdelen. En een 10 op 10 komt helaas vaker voor dan je denkt. De rouwconsulent, waar ik sinds enkele maanden naartoe ga, nodigde me uit om er iets mee te doen.

Sinds vandaag heb ik een vuilbak in één van mijn hersenkamers neergezet. Zo eentje met een pedaal, zodat ik met één voetklik de onaangename opmerkingen erin kan werpen.

En die tennisracket, die gebruik ik voor de heel erg foute, dus ja, het zou wel eens kunnen dat ik tijdens een gesprek stiekem je woorden van deze aardbol af mep. Dit klinkt misschien een beetje hard. Maar het is een feit dat je als rouwende vaak dingen hoort, die je liever niet zou willen horen, die ons niet vooruit helpen.

Zeker nu ik opnieuw zwanger ben, maakt het me soms verdrietig en kwaad,... dat Idas* zo snel vergeten lijkt te worden. Hoe vaak moet ik me niet verantwoorden dat hij wel degelijk onze tweede zoon is, dat hij wel degelijk geboren is. Geen idee, maar sommige mensen lijken te denken dat een kind dat in week 38 sterft in je buik, gewoon met een delete-knop weggehaald wordt. Ja, ik ben gewoon bevallen, ja wij hebben ons zoontje meteen in onze armen gehouden toen hij geboren was en dat was ondanks het verdriet, ook een ontzettend liefdevol moment dat ik zal blijven koesteren.

Het kindje dat nu groeit in mijn buik, dat is nummertje drie. 'Als ik over mijn oudste zoon praat, want zo vertel ik over Orson, dan komt soms de vraag 'Ah, heb jij nog een zoon?'. Hoe vaak heb ik al niet moeten horen dat ik een miskraam heb gehad, nee, een kind van 50 cm en drie kilo, een kind met alles erop en eraan, dat noem ik geen miskraam, maar mijn zoon. Ik kan er dan wel rustig uitzien, vanbinnen zit mijn moederleeuwenhart en daar wonen twee, binnenkort drie kindjes. Ook de reacties op mijn nieuwe zwangerschap zijn niet altijd even fijn. 'Gelukkig komt uiteindelijk toch altijd alles goed' krijg ik dan te horen. 'Nee, niet altijd komt alles goed, met Idas* is niet alles goed gekomen'. Natuurlijk zijn we blij met deze zwangerschap, we zijn blij, maar ook bang. En zoveel mensen willen angst altijd maar wegvegen, uitgommen, ongedaan maken. Net zoals Orson in zijn Freinetschooltje leert dat hij soms bang, soms verdrietig, soms blij, soms boos mag zijn. Zo voel ik me ook. En dat is ok. Het is echt ok dat wij naast blij, ook erg bang zijn hoe deze zwangerschap verder zal verlopen.

Het flitst in mijn hoofd... 'dat het toch minder erg is, dan een kind dat veel ouder is te verliezen', 'dat iemand zo jaloers op me was, omdat ik zoveel tijd had tijdens mijn moederschapsrust zonder baby', een nonkel die Idas* vergeet mee te tellen, Idas* die niet genoemd wordt als het over kleinkinderen gaat,...

Soms zou ik het willen uitschreeuwen naar mijn omgeving, naar de maatschappij dat dat jongetje dat 1,5 jaar geleden geboren is, alstublieft gewoon mijn zoon mag zijn...

Het is tijd om op de pedaal te klikken. Een overvloed aan woorden gaan de diepte in.

En alle mooie mogen blijven staan.

Mensen die zeggen dat ze gewoon heel hard met ons mee hopen dat alles deze keer wel goed zal komen. Mensen die tellen zoals wij ons gezin tellen, ons derde kindje op komst, een gezin van vijf.  Een zus die een cake maakt met Idas* in nic-nac-lettertjes. Een metekind dat een knuffelkonijn opstuurt met op zijn oor Idas geborduurd. Kaartjes op Idas* zijn boven-den-wolken-verjaardag in de brievenbus. Berichtjes uit vaak onverwachte hoek, van mensen die even zeggen dat ze aan ons denken. Een berichtje van mijn vroedvrouw uit de bergen, die op de top, dichtbij de wolken, aan Idas* denkt.

zondag 1 oktober 2017

K/ dagboek 38 / Over sociale media en iets dat ik heel voorzichtig wil delen...

Toen Idas* doodgeboren werd, had ik twee keuzes wat sociale media betreft.
Eén: mijn accounts verwijderen en afstand nemen van die ideale wereld en vaak erg mooie plaatjes.
Of twee: eerlijk mijn verhaal vertellen en ingaan tegen de heersende norm. Ik koos voor het laatste. Zelf enkel perfecte, vrolijke beelden tonen was geen optie meer. Ik geef toe, er was een grote twijfel, die ik soms nog steeds voel. Je kan niet anders dan je kwetsbaar opstellen en al zeg ik het zelf, daar is moed voor nodig. Van in het begin heb ik sterk de behoefte gevoeld om ook dit verhaal te delen. En ja, ik weet dat sommige mensen daar niet mee om kunnen en heb er zelfs al enkele negatieve reacties op gekregen. Maar gelukkig waren er ook de positieve. Ik ga ervan uit dat alleen mensen die echt interesse hebben in mijn verhaal dit zullen lezen en verwacht ook niet dat iedereen dat doet. Snel opgelost toch?

Waarom ik er uiteindelijk wel voor koos om ook verdriet te delen? Omdat ik denk dat het ook mooi kan zijn. Omdat ik denk dat iedereen in zijn leven zijn verhaal heeft, dat we niet met elkaar moeten vergelijken, maar gewoon moeten laten zijn. Omdat ik geloof dat de wereld in deze tijden best wel wat kwetsbaarheid kan gebruiken. Omdat mijn hart ook dat sprongetje maakt als ik mensen hoor/lees, die durven vertellen over wat bijvoorbeeld een geliefde die is overleden, allemaal met hen doet. Die durven praten over depressie, burn-out, over de niet evidente tocht die sommigen maken,... over hoe moeilijk de dingen soms gaan. Het verdriet hoeft niet allemaal binnenskamers en het geluk niet enkel buitenshuis.

Mensen die durven spreken over hun angsten en over geluk, ik denk dat ik een flinke boon voor ze heb. Ik heb zelf al zoveel gehad aan lotgenoten, die hun verhaal ook in een blog goten. Het kan zo fijn zijn, om te voelen dat het mag, verdriet hebben.

Zo heeft Celeste Barber, een instagram-account, dat ik graag volg. Perfecte plaatjes van celebrities, imiteert ze met de nodige humor. Ze toont misschien geen verdriet, maar ze toont wel een vrouwenlichaam op een realistische manier, ze durft met haar zelf te lachen. Ze ontkracht al die perfecte plaatjes. Kwetsbaarheid, verdriet, cellulitus, wallen, moederlijven na bevallingen, rouwprocessen die gedeeld worden,... Een échte wereld op sociale media, naast die ook wel mooie geluksplaatjes, waar ik ook wel best van kan genieten.

Ook nu ik weer zwanger ben, heb ik uiteindelijk beslist om ook deze tocht binnenkort te delen. Uiteindelijk heb ik 25 weken nodig gehad om het hier te durven vertellen... Het is verre van een roze wolk. Ik hoop, als ik me er nog een beetje meer klaar voor voel, een eerlijk relaas over blijdschap en angst te tonen, hand in hand.

vrijdag 25 augustus 2017

K/ dagboek 37 / Eerste boven-de-wolken-verjaardag

Op de eerste boven-de-wolken-verjaardag van Idas*, lukte het niet om iets neer te schrijven.
Ik deed het. Maar het was een triestig relaas over een verjaardag zonder de jarige.
Een moeilijke dag met pijn en verdriet, pannenkoeken zonder smaak, toegeven dat het even niet gaat, teleurstellingen,... een dag waarvan ik de schrijfsels uiteindelijk liever voor mezelf hou.

Behalve één ding. Een zin die je vader hoorde en waarmee hij de dag afsloot.

Dat gebroken zielen gelukkiger zijn, omdat ze meer licht doorlaten.

Een mooie zin om te bewaren.


Dezelfde week organiseerde we een wandeling met Idas* in gedachten. We wandelden met vrienden en familie aan de rand van Brussel, liepen in een tunnel de autosnelweg onderdoor om even in de velden op adem te komen (de tunnel waar we enkele dagen daarvoor, stiekem je naam hadden getagd, weer iets dat we van jouw 'Bucketlist' kunnen afvinken!). Een streepje muziek van Philippe François. Picknick met taart onder de wolken. Ballonnen, die 'per ongeluk' jouw richting uitvlogen. Toch een beetje feest vieren, stiekem stilstaan bij dat ontzettend moeilijke eerste jaar, dat we achter de rug hebben, samen, Jonas, Orson, Idas* en ik.

Boven de wolken was het feest en onder de wolken ook een beetje...





vrijdag 11 augustus 2017

K/ dagboek 36 / Eén jaar zonder jou, maar ook wel met jou.





Eén jaar geleden... 
De 'Idasdagen' zijn aangebroken.

Voelt elke eerste keer niet een beetje onwennig?
We zoeken ons een houding, ik voel me wat onhandig.

Er is niet één Idasdag. Tussen elf en veertien augustus zijn er verschillende dagen met elkaar verweven. Er is de laatste dag dat ik jou voelde bewegen en de eerste dag dat ik jou niet meer voelde bewegen. Er is het moment dat ik doodongerust werd en het ontdekken dat jouw hart stil stond. Er is de dag van de bevalling en jou voor het eerst in onze armen houden. Er is ook jou voor het laatst in onze armen houden. Met een lege maxi-cosi naar huis rijden. De dag van de begrafenis. Die ongelofelijk lege dag daarna. De dag dat we de urne gingen ophalen. De eerste dag alleen thuis, met moederschapsrust zonder baby. Vanaf vandaag, elf augustus zijn talrijke herinneringen verweven met de dagen, zelfs weken die volgen.

Er stroomden al enkele berichtjes binnen van mensen die aan ons en Idas* denken. Er kwamen enkele kaartjes met de post en er staan er nog enkele te wachten om te openen op zijn eerste 'boven-de-wolken-verjaardag'. Wat komen die kaartjes en berichten vaak uit onverwachte hoek. Ze doen zo'n deugd! Een hart vol verdriet dat telkens een klein sprongetje maakt.

Een heel jaar is voorbij. Toen je net stierf, wou ik al op dit punt staan. Ik wou vals spelen, rondes overslaan. Ik wist dat het een moeilijk jaar zou worden en ervoer al snel dat rechtdoor alle emoties gaan, uiteindelijk de beste reis zou worden en omwegen niet zinvol waren. Nu zijn we er...

Mijn tranen zijn nog niet gekomen. Ik zit er wat teleurgesteld bij, verward, geen zin in deze dagen. En ik weet dat ze nog zullen komen.

Ik zal een taart bakken uit het boekje 'Vegan taart, 31 feestelijke taartjes' dat ik onlangs van Omi kreeg. Taart eten, zo hoort dat op een verjaardag. Het is vanzelfsprekend dat we jou, met kroon, ballonnen en lach, er bij hadden willen hebben. Jouw eerste verjaardag, Idas, zal 'zoutzoet' proeven. Zoet vol liefde voor jou en zout van de tranen die bij het gemis horen.

Is het dan een feestje in mineur? Nee, ondertussen hebben we een jaar geleerd te leven zonder jou. Is dat makkelijk? Nee, verre van, maar we leren er wel mee omgaan. Ben ik bang dat anderen jou zullen vergeten? Ja, heel erg veel... Daarom zijn berichtjes, kaartjes, vaak enkele woorden genoeg om mijn hart weer warm te maken. Dan ben ik weer gerustgesteld dat jij bij ons hoort, dat er tussen dat drukke leven door, toch nog af en toe aan jou gedacht wordt.

Zo zal het zijn, Idas*, elk jaar zullen we met ons gezin taart eten voor jou. Augustus wordt een 'taartmaand' in ons gezin. Eerst voor Orson en dan voor jou.

Het was het eerste jaar zonder jou, maar eigenlijk ook met jou.

Op een bijzondere manier ben jij heel aanwezig geweest dit jaar. Je deed ons stilstaan, andere keuzes maken, nadenken over diepzinnige thema's als het leven en de dood. Je leerde me liefhebben op een manier die ik nog niet kende. Je deed me boeken lezen die ik anders nooit had vastgenomen. Je gaf me de moed om mijn ontslag te geven op één van mijn jobs en binnenkort te starten met een nieuwe opleiding. Je maakte van mij een relativerende mama, ook wel een meer ongeruste mama, een 'zoutzoete' mama en dat smaakt lang niet slecht.

Orson zegt het resoluut. Idas is er nog. En dat is ook zo. Jij hebt jouw plek in ons gezin. En ik kan het weten, na één jaar ervaring. Kindjes die er niet meer zijn, zijn er eigenlijk wel, ze zullen altijd dé of één van de hoofdrollen blijven spelen. Niet vanzelfsprekend onder het mom van een opgroeiende baby-peuter-kleuter-en-al-wat-volgt, maar wel in een onmetelijke onzichtbare aanwezigheid, in een liefde zonder vorm. En op die manier moet ik jou niet missen, want je bent er, een jaar lang, eigenlijk heel de tijd geweest.

'Zoutzoete' kus op jouw verjaardagssnoet, boven de wolken is het feest...
Mama



zondag 30 juli 2017

Briefje voor Orson, grote broer van Idas*

Dag m'n zotte Orson,
m'n flinke oudste zoon,

Eén augustus word je drie jaar. Een jaar geleden blies ik hoogzwanger ballonnen op en bakte ik taart voor de familie. Het was bijna zover, de laatste weken zwangerschap van een kleine broer of zus voor jou. Twee weken, na jouw verjaardag was werkelijk alles anders. Je was erbij, toen we te weten kwamen dat het hart van jouw broer of zus stil stond. Je speelde vrolijk rond het echo apparaat. Het bleek een jongen te zijn. Je had een broertje gekregen...

Ik ben ervan overtuigd dat je hebt gevoeld wanneer je broertje is 'vertrokken'. De nacht daarvoor was je onrustig, op een manier die ik niet van je kende. Je was die nacht enkele uren ontroostbaar. Uiteindelijk sliep je in op mijn schoot en koester ik het beeld dat ik mijn twee jongens toen voor de laatste keer samen op (in) mijn schoot had.

Je bent 9 maanden heel dicht bij je broer geweest. Je was nog klein en moest nog vaak gepakt worden. Wat waren we toen met z'n allen dicht bij elkaar. Wat toen zo vermoeiend leek, jou hoogzwanger dragen op de trap, blijken achteraf momenten te zijn, die eigenlijk zo mooi waren.

Sinds Idas* is geboren, ben jij mijn oudste zoon geworden, meer nog je werd grote broer.
Maanden heb ik je voorbereid op de komst van een broer of zus (we wisten het geslacht immers niet) en toen was mama's buik plots weg (zwangerschapskilo's even buiten beschouwing gelaten). Je wist het wel, je zat op mijn schoot, draaide je om en zei 'baby weg'. In je slaap, riep je overstuur 'baby!'. Ook al was je nog zo klein, op jouw manier wist je wat er allemaal gebeurde. We hebben je van in het begin trots vertelt over Idas* en daar ben ik blij om. Jij bent immers voor altijd zijn grote broer. Wat heerlijk om te horen dat jij op school, enthousiast vertelt, dat je ook een broer hebt. Wat hartverwarmend om tekeningen in je rugzak te vinden, waarop jouw juf 'Van Orson voor Idas*' heeft geschreven. Hoe vertederend vroeg je of Idas* weer in mijn buik zat, toen mijn darmen rommelden. Wat maakte mijn hart een sprongetje toen je in de richting van de zon keek en overtuigend zei 'Ik heb Idas* gezien, Idas is er nog!'. Als je je sokken met sterren op aandoet, zeg je 'kijk, allemaal 'Idassen'. In het bos roep je spontaan zijn naam.

Toen je onlangs met papa in het zwembad bij opa speelde en hij je in de lucht gooide, riep je het weer 'Idas! Idaaas!'. Het deed me denken aan de zomerdagen, na Idas* zijn begrafenis. We gingen er even tussenuit. Op de camping, in de 'hot tube', ongeveer dezelfde scène. Papa gooide jou in de lucht en jij riep 'Idaaas!'. Blijkbaar roep je in een bepaalde setting gewoon even zijn naam. Laten we het een positieve conditionering noemen, zoals de hond van Pavlov kwijlde bij het rinkelen van de bel.

Een makkelijk jaar was dit niet en ik voel tranen opkomen dat jij al zo vroeg je broer bent verloren. Op je twee jaar, je broer verliezen, is wel erg jong. Het had zo mooi kunnen zijn... en ik weet dat er een dag zal komen dat je zal beseffen dat je je kinderjaren en nog veel meer had kunnen doorbrengen met een broer die twee jaar jonger was. Dat het verdriet bij jou later zal komen... Ik wil je nu al zeggen dat we er dan voor je zijn.  Idas* is één van onze favoriete gespreksonderwerpen. Het beeld van jullie twee samen, spelend, kattenkwaad uithalend, zelfs kibbelend, is puur goud. Ik zie het enkel als ik mijn ogen sluit. Als ik zie hoe jij in de zandbak op zoek gaat naar een speelkameraadje en je je speelgoed aanbiedt, dan breekt mijn hart. Idas* had daar eigenlijk gewoon bij moeten zijn.

Het spijt me dat je je ouders al zo jong, zo verdrietig hebt gezien. Er zijn dagen geweest dat ik niet meer kon, dat ik je, dan maar voor tv zette, omdat ik even een moment nodig had voor mezelf, voor Idas*, voor dat immense verdriet. Maar terwijl ik dit schrijf, denk ik ook aan alle mooie momenten en dat ik door Idas* een andere mama geworden ben voor jou. Zowel je papa als ik, hebben onze rol als ouders heel bewust opgenomen. We maakten tijd voor jou. Elke woensdagnamiddag gaat papa met jou zwemmen. Als zelfstandige kan hij gelukkig wat schipperen tussen tijd en werk. Ik werkte minder, zei zelfs één van mijn jobs 'adieu', waardoor ik er kon staan aan de schoolpoort en dat zal volgend jaar niet anders zijn. Er ontstond een uitgebreid slaapritueel 's avonds, wat goed uitkomt voor zo'n avondmens, als jij! Samen liedjes zingen, verhalen verzinnen van het mannetje op je rug, nog even gezellig bij jou in bed kruipen,...

Binnenkort doen we onze auto weg, onze reisjes zijn sober, maar we verkiezen tijd met jou boven een mooie auto en een groter huis mét tuin,... We vinden het niet langer vanzelfsprekend dat wij jou mama en papa mogen zijn en zoveel mooie momenten samen mogen beleven, dat we je schouderklopjes mogen geven, tijdens het opgroeien. Wat vroeger 'evident' leek, een gezin stichten, is dat nu niet meer. En wat hebben we, ondanks het grote verdriet om jouw broer, ook ontzettend veel geluk dat jij bij ons bent. Dat jij dit jaar voor vele lachjes zorgde, naast de tranen.

Je hebt dit jaar zoveel geleerd. Je werd zindelijk, ging voor het eerst naar school, je maakt mooie zinnen. En af en toe komt Idas* daar in voor. Je hebt dit jaar vele emoties gezien bij je ouders. Je weet dat mensen zich boos, bang, blij en verdrietig voelen en leert om dit te herkennen bij jezelf. Ik heb je altijd proberen uitleggen waarom ik huilde, ik heb je proberen uitleggen dat het niets met jou te maken had, ik heb mijn tranen niet weggestopt, want je voelt het toch als ik verdrietig ben. En het werkte, toen papa vroeg 'weet je waarom mama huilt' antwoordde je op een geruststellende manier 'ja, voor Idas* en je speelde vrolijk verder'.

Stiekem heb ik dit jaar, toen je sliep, vaak gecontroleerd of je hart het nog wel deed. Om dan opgelucht te kijken naar de cadans van je borstkas. Ik hoop dat het niet te hard is opgevallen... ik probeer mijn ongerustheid niet altijd te tonen, je hebt immers recht op vertrouwen, ik probeer er weer in te groeien.

Orson, wat ben je zo flink, zo vrolijk, soms boos, soms verdrietig, zo heerlijk intens. Het was een moeilijk jaar, maar ook ééntje vol liefde. En zoals jij het zelf zo mooi zegt

'Idas* is er nog'

Op een bijzondere manier zal hij  altijd bij ons zijn, voor altijd jouw broertje zijn.

Gelukkige verjaardag, Orson! Vandaag eten we taart voor jou en over twee weken nog een keer, voor jou lieve kleine broertje.

donderdag 20 juli 2017

K / dagboek 35/ Bucketlist check! Over onze kat...



Een tijdje geleden pende ik onze Bucketlist neer. Zie hier.
Dingen die we deden, doen en nog willen doen om Idas dicht bij ons te houden.
Eén daarvan was een grapje...

Onze kat had enkele jaren geleden klitten en moest toen geschoren worden. Stel dat ze ooit nog eens klitten zou hebben, dan zouden we het overwegen om te vragen om de letter 'i' in haar vacht te laten staan.

En zo geschiedde, tegen alle verwachtingen in.

Onze kat kreeg weer klitten. Het werden dreads. Een coole Bob Marley Kat, maar niet als dat blijft duren. En zo werd onze kat vorig weekend geschoren door één van onze vrienden die dierenarts is (waarvoor dank!).

Zijn staart is het streepje van de 'i' en net daarboven pronkt een bol.

We moeten ze in ere blijven houden, onze kleine helden, vaak met een traan, maar gelukkig soms ook met een lach, dankzij onze kater.

maandag 19 juni 2017

K/ dagboek 34/ Koetjes en kalfjes


Nu we dichter bij jouw 'verjaardag' komen, jouw eerste 'boven-de-wolken-verjaardag' komt er zoveel terug. De maanden dat je zo hevig bewoog in mijn buik. Het aftellen dat je er bijna was. Jouw voor het eerst zien en meteen weer moeten loslaten. Sommige dagen mis ik je harder dan ik je al miste.

Op elke foto is er iemand te kort. Op elke feestdag is er die 'tristesse' dat je er niet bij bent. Op elk blij moment is er de lach die we niet met jou kunnen delen. De vreugde heeft een metgezel, altijd geeft het verdriet hem een hand. Moeder- en vaderdag zonder jou, verjaardagsfeestjes in de tuin en jou niet kunnen vinden tussen alle spelende neefjes en nichtjes. Het zijn voor ons dagen in mineur, dagen waarop we weer eens moedig moeten zijn.

Op sommige vlakken gaat het beter, maar op andere vlakken gaat het moeilijker.

Ik herinner me nog de eerste keer dat we boodschappen gingen doen. Met je kersverse verdriet fruit en groenten wegen, een stap in het gewone leven zetten, aanschuiven aan de kassa en je oogbollen die af en toe naar die kleine baby's en zwangere mama's rollen. Het was hels. We kwamen immers net van het ziekenhuis, ik was bevallen, we hadden Idas voor het eerst en voor het laatst gezien op drie dagen tijd. Maar niemand ziet natuurlijk wat je net hebt meegemaakt. Niemand weet dat je even boodschappen doet tussen alle regelingen van de begrafenis in. Alle prikkels van buiten af, kwamen zo hard binnen. Ik heb een maand geen openbaar vervoer genomen, alle indrukken, alle geluiden waren er teveel aan. Met de auto rijden... ik heb gemerkt dat in de auto stappen met groot verdriet echt geen goed idee is. Ik ben enkele keren duizelig geworden voor het stuur, waardoor ik de auto een periode veilig gemeden heb.  Eén keer heb ik het gevoel gehad dat ik toch wel een goede beschermengel moet hebben, toen ik invoegde op een drukke autostrade en een vrachtwagen me dominant voorbijreed tot het laatste streepje invoegstrook verdwenen was. Alle dingen die zo vanzelfsprekend waren, waren dat niet meer. Op dat vlak gaat het beter, ik kan weer gewoon naar de winkel gaan, ik neem weer de metro, ik rij af en toe weer met de auto. We hebben veel opnieuw geleerd na Idas.

Maar jou, Idas, langer en langer missen, wordt moeilijker.  Idem met de confrontatie met de omgeving. In het begin krijg je begrip, maar dan ebt het maand na maand weg. Alles wordt weer normaal, het gaat over koetjes en kalfjes en over het weer. Er zijn nog steeds mensen die geen woord over Idas hebben gerept... Hoewel de tijd al een hele tijd lijkt stil te staan, verandert er iets. Je zoekt deze mensen niet meer op. Het verdriet om een kind gaat nooit voorbij. Het wandelt onzichtbaar met je mee. Het verdriet zal altijd bij ons horen. We willen het ook niet kwijt. Want het hoort bij Idas. En we willen hem altijd bij ons. 'Vriendschappen die overeind blijven zijn diegene waarbij je kind mag blijven bestaan'.

Want wat voelt het warm als zijn naam, tussen het praten over koetjes en kalfjes, even valt.





donderdag 4 mei 2017

K/ dagboek 33/ Erkenning en ontkenning

Een hele tijd heb ik me afgevraagd hoeveel kinderen ik nu eigenlijk heb...

Voor de andere ouders aan de schoolpoort ben ik mama van één. Zij hebben me nooit zwanger gezien, aangezien Orson nog maar een paar maanden naar school gaat. Soms zou ik het willen uitschreeuwen dat ik er twee heb.

Sinds kort, twijfel ik niet meer. Ik heb twee kinderen, twee zonen! Wat word ik blij van deze gedachte. Na acht maanden voelde ik eindelijk weer de trots, die ik in het prille begin ook voelde, ik ben wel degelijk mama van twee! Mijn oudste zoon slaapt in zijn bed, mijn jongste tussen de sterren.

En toch... is het soms zo moeilijk om dit uit te drukken of slaat de twijfel weer toe.

Hoe vaak heb ik mensen al niet moeten verbeteren bij de zin 'Er komt vast en zeker wel nog een tweede kindje', waarop ik steevast zeg, 'een derde bedoel je?'.

Op officiële documenten, al is het maar een loon- of belastingsbrief doet het pijn als er maar één kind ten laste staat. Mijn hart is immers vol van twee.

Moest ik iemand horen zeggen dat ik maar één zoon heb, mijn hart zou breken, ik zou vanbinnen zo kwaad en verdrietig worden.

Idas, de maatschappij maakt het ons ook niet makkelijk. Volgens de huidige wetgeving heb jij enkel een voornaam en ben je enkel gestorven. Is er niet één voorwaarde om te sterven? Namelijk dat er leven aan vooraf gaat... Moest je één seconde geademd hebben buiten de baarmoeder, dan had je wel een geboorteakte gekregen. Ouders van een doodgeboren kind, weten maar al te goed dat hun kind leefde. Er waren die heuglijke zwangerschapsmaanden. En na de geboorte hebben we hen gekust, geknuffeld, alle mooie dingen die je normaal gespreid over je hele leven doet, deden wij in enkele momenten. Ze zijn er echt geweest, heel kort, maar net daardoor zo vol van betekenis.

Mijn kleine Idas, je papa en ik zijn niet getrouwd (je mama had altijd het idee dat ze wil trouwen als ze oma is, omdat ik het grappig zou vinden als de kleinkinderen zouden zeggen 'ons bomma gaat trouwen'). In ons trouwboekje zou jij als volgt omschreven staan 'levenloos geboren kind van het mannelijke geslacht met tussen haakjes (Idas). Wat een onpoëtische omschrijving voor zoiets mooi als jij. Iedereen gelijk voor de wet, zou je denken... 

De dag dat de wet verandert en we jou officieel een achternaam kunnen geven, de dag dat de maatschappij zegt dat jij wel degelijk ons kind bent, die dag spring ik een gat in de lucht, tot boven de wolken om jou een kus te geven. En ik weet, dat ik niet de enige zal zijn. Misschien wil ik dan wel vroeger trouwen, om vervolgens de hele dag naar jouw voor- en achternaam in dat boekje te staren. De bomma zal dan later wel een ander feestje geven, heel klassiek, een 'jubilé'.


Graag tekenen aub, petitie erkenning doodgeboren baby's
http://petitie.be/petitie/erkenning-doodgeboren-babys

dinsdag 18 april 2017

K/ Dagboek 32/ Adidas























                                                                                                                                     
Daar sta je dan, in de schoenwinkel te twijfelen tussen twee paar schoenen voor Orson.
Puma of Adidas...

We kozen adIDAS!

woensdag 29 maart 2017

K/ dagboek 31/ Licht- en donkerpuntjes

Over lichtpuntjes, een beetje donkerte en een zoekertje voor de meligste regisseur ter wereld.


- Een spuitbus en sjabloon met Idas zijn naam als verjaardagscadeau krijgen.

- Orson die af en toe naar mijn buik wijst en vertederend vraagt of Idas er weer in zit.

- De lente, blauwe lucht, zon en bloesems.

- Fietsen naar mijn therapeute, onderweg even op een bankje gaan zitten en beseffen dat het op dit moment beter gaat.

- Een mailtje krijgen van mijn schoonzus Joke én meter van Idas, die op de luchthaven werkt. Onbegrijpelijke codes lezen, maar wel kunnen opmaken dat ze Idas Jatidjan als testpassagier invult en ontroerd zijn.

- Beseffen dat het lang geleden is dat ik me terug een klein beetje gelukkig kan voelen.

En dan 's avonds, ons eerste oudercontact... de avond viel en ook in ons hoofd werd het donkerder.

- Te horen krijgen dat Orson in de klas een week rond het thema 'baby's zal werken. Er zijn heel veel klasgenootjes van hem die net een broer of een zus kregen. Het lief vinden dat zijn juf vraagt of dit voor ons ok is, maar dit stiekem toch heel moeilijk vinden en hopen dat die week snel voorbij zal zijn. Bezorgd zijn om hem, omdat hij zal ontdekken dat zijn klasgenootjes wél met hun broer of zus kunnen spelen en hij niet.

- 's Nachts dromen dat Lars Von Trier je droom aan het regisseren is en weten dat er een slecht einde zal komen. Ik droomde dat Orson thuis was met een nieuwe babysit die we niet kenden, ik zat in een bus en kon er niet uit, in die droom beseffen dat het niet goed komt, omdat je nu eenmaal weet dat het niet in de aard van Von Trier zit om een happy end te schrijven. Wakker worden en ongelooflijk moe aan de dag beginnen. Ook Jonas droomde onlangs dat Orson van een metershoge trap de diepte in viel....

- Beseffen dat we allebei heel ongerust zijn geworden om Orson te verliezen... Een posttraumatisch kenmerk? Als hij overdag een dutje doet, check ik meermaals of hij nog wel ademt. Ik wil zijn borstkas op en neer zien gaan. Ik hoop dat hij niet door heeft dat we ongeruste ouders zijn geworden en dat we met de tijd weer meer vertrouwen kunnen vinden.

- Orson naar school brengen met de fiets en helemaal overstuur zijn als een gek in een auto ons rakelings voorbij schrijdt. Aan het rode licht, op het raam van diezelfde auto kloppen en boos met vuisten in de lucht in mijn gebrekkig Frans 'Vous pensez que vous êtes le roi?' zeggen (ok half roepen).

- Beslissen dat ik vanavond vroeger moet gaan slapen om het allemaal weer wat lichter te zien, Lars Von Trier als droomregisseur ontslagen. Sinds Idas heb ik immers een zwak voor films, boeken, dromen, kortom een leven met een happy end.

- Net voor ik in slaap val, een denkbeeldig zoekertje plaatsen voor de meligste droomregisseur ter wereld.


zondag 12 maart 2017

K/ dagboek 30/ Idas' Bucketlist


- Luid je naam roepen in het bos ✓✓✓✓✓

- Je naam onopvallend verstoppen in een illustratie voor een opdrachtgever ✓

- Onze lievelingsletter, de i, wat had je gedacht, op een grote poster laten drukken en midden in de woonkamer hangen ✓

- Een ketting dragen met de i ✓

- Een armbandje dragen met de i (enkel op feestdagen, anders hangt dat bandje, in mijn geval, meteen vol verf en inkt) ✓

- Een tattoo met jouw naam (papa), een tattoo van de letter i (mama)

- Koekjes bakken en je naam erin drukken met stempels ✓

- Pizza bestellen op jouw naam ✓

- Restaurant reserveren op jouw naam ✓✓

- Graffiti van jouw naam ergens onderweg naar de school van Orson

- Graffiti van jouw naam ergens onderweg van Brussel naar Vilvoorde, waar je papa en mama werken

- Gewoon elk jaar jouw verjaardag vieren, een 'boven-de-wolken-verjaardag'

- Je naam schrijven in het zand aan zee (cliché en dan, iets op tegen?) ✓

- Een animatie van jouw naam ✓

- Een boek schrijven en illustreren voor jou

- In onze kat de naam Idas scheren (al betwijfel ik dat dit zal lukken, tenzij hij ooit nog eens klitten heeft en geschoren moet worden van de dierenarts!)

- Simpelweg je naam noemen, als mensen vragen hoeveel kinderen we hebben (hier mogen eindeloos veel 'checkjes' komen te staan') ✓✓

- Het gras maaien in de tuin van mijn moeder en grassprieten in de vorm van jouw naam laten staan

- Orson jouw naam leren plassen (twijfel, is dit educatief wel verantwoord?)

- Met potlood jouw naam in een boek van de bib schrijven op een willekeurige pagina, de gedachte dat iemand ooit jouw naam leest, vind ik troostend (sorry bib, het is éénmalig en het was met potlood) ✓

- Geld inzamelen voor 'Met lege handen' en 'Boven de wolken', twee fantastische initiatieven die ik door Idas heb leren kennen

- Over jou blijven praten, jou nooit, maar dan ook nooit doodzwijgen ✓

- Een cd laten signeren voor jou (✓Efterklang and the happy hopeless orchestra)

- Kousen laten borduren met jouw naam op  ✓

zondag 12 februari 2017

K / dagboek 29 / Small talk




Hebt u kinderen?

Een banale vraag.
Ik moet antwoorden.
'Ja, zeg ik'.

Hoeveel?
Ik krijg het niet over mijn lippen om één te zeggen, dat kan ik niet, het is geen optie.
'Twee' antwoord ik. Ik hoop stiekem dat het hier stopt. Dat had gekund. Toevallig loopt een oude bekende voorbij. Het gesprek wordt onderbroken.

Ik richt me weer tot de man naast mij, we hebben net vergaderd over een project
en omdat we dezelfde richting uitstappen volgt nog wat small talk achteraf.
Alleen is 'small talk' geen 'small talk' meer als je je kind bent verloren.

Hoe oud zijn ze?
Ik twijfel, ik kan toch moeilijk wat verzinnen...
'Mijn oudste zoon is twee en een half, begin ik, hij gaat net naar school. En onze jongste zoon... is helaas gestorven'.

Ik heb het gezegd, het is eruit.
Hij excuseert zich. Ik zeg dat dat niet nodig is, maar dat ik hem onmogelijk kan doodzwijgen, dat hij er bij hoort, maar dan op een andere manier. De man die zoveel babbelde is plots heel stil en laat de achterkant van zijn ego zien. De eerste zinnen daarstraks gingen over zijn doctoraat, zijn job en dat hij vaak met bekende mensen samenwerkt,... Eerlijk? Dat interesseert me niet, ik heb mensen liever kwetsbaar en had meteen het gevoel dat ik door een enorme façade heen moest kijken. Nu vertelt hij over de weken dat zijn zoon voor zijn leven vocht en het (gelukkig) goed kwam. Hij zegt dat hij het wel begrijpt.

Het is lief dat mensen dat zeggen. Maar begrijpen? Ik denk het niet.
Het grote verschil is dat inleven slechts een paar seconden duurt, hooguit minuten. En dan stopt het. Dan is het inleven al afgelopen. Het gaat erom dat ik me niet inleef. Ik leef met het verlies van een kind. Geen seconden, geen minuten, maar altijd. Een verschil van dag en nacht. Misschien lijkt het nu dat ik tegen medeleven ben, dat is helemaal niet zo. Ik omarm het. Ik heb het nodig (want gesprekken waar je kind wordt doodgezwegen als je net vertelt dat hij gestorven is, ken ik helaas ook). Maar ik zeg je wel, en dat geldt ook voor mij, dat we door ons in te leven, nog niet weten hoe het echt voor iemand anders is.

Zo besefte ik ook gisteren wat voor een geluk ik, in de ogen van sommige mensen ook wel niet moet hebben. Dat ik reeds heb, waar zij, bescheiden, al jarenlang naar verlangen. Een kind om voor te zorgen. Ik besef dat ik geluk heb om naast het intense verdriet, een opgroeiende kleuter in huis te hebben. Hij zorgt voor troost naast het onbeschrijflijk grote gemis van zijn babybroertje. Door Orson was ik al een zichtbare mama. Mijn twee zonen vertellen elk een ander verhaal. Ik beleef twee grote thema's samen. Verdriet en geluk. Ik wens het ouders, die hun eerste kind missen, heel hard toe, dat naast het verdriet ook gauw Geluk met een hoofdletter mag staan. Alle mensen die in het ivf-circuit zijn geraakt, die wachten en wachten...  ik kan me alleen maar inleven, maar weet zelf niet wat het is. Het liefst wou ik dat er een eerlijk systeem bestond. Alle mensen die een kind willen steken hun hand omhoog en het geluk wordt netjes verdeeld. Zoals we vroeger onze koekjes leerden delen. Als iedereen één koekje heeft, krijg je pas een tweede enzovoort.  Het zou het allemaal net iets draaglijker maken.

Ik mis het wel, de tijd dat simpele vragen nog simpel waren.
Dat mijn hart vanbinnen niet hard tekeer ging bij de vraag 'Heb je kinderen?'
'Toen small talk nog échte small talk was.

donderdag 26 januari 2017

K / dagboek 28 / Een paard en een cold pack

Januari.
Nog vijf dagen en ik kan tenminste zeggen dat je achter de rug bent.
Wat ben je pittig.
Al een hele tijd vroeg ik me af of ik de bodem al bereikt had.
Ik hoopte ergens dat we het ergste al achter de rug hadden... maar twijfelde daar aan.

Het is nu.

De fase in de rouw dat je alleen verdriet hebt en je depressief voelt.
Dat je jezelf met alle moeite van de wereld moed inpraat en er na een tijd zelf moe van wordt.
Dat je je best doet bij anderen (het is tenslotte al bijna een half jaar geleden), maar beseft dat het een masker is. Ik merk vaak dat anderen zo opgelucht zijn als ik antwoord dat het beter gaat... dat wil immers niet zeggen dat het altijd beter gaat. Ik ga op en neer, rouw is een landschap met heel veel bergen waar je over moet.

Ik ben moe. Heel verdrietig. Het is donker in mezelf.

Ondertussen probeer ik mijn kleuter in goede banen te leiden. Leg ik uit dat je op boeken niet mag springen en dat boeken van de bib niet van hem zijn. 'Van mij' is zijn antwoord. We komen tot het compromis dat de boeken 'tijdelijk' van hem zijn en daarna van iemand anders.

Volgende week gaat hij naar school. En die verandering haalt mij helemaal overhoop. Cliché. Moeder heeft het moeilijk omdat kind naar school gaat. Maar er zit iets achter. Over vijf dagen sluiten we het hoofdstuk crèche af. Voor Orson, maar ook voor Idas. Twee jaar vroeger dan verwacht sluiten we de deur. Ik herinner me, toen mijn vader stierf dat ik ook niet echt tuk was op veranderingen. Gewoon de dagen doorkomen is genoeg. Nieuwe dingen zijn dan voor later. Maar die heb je niet altijd te kiezen.

Hij zag me daarnet huilen. Ik leg uit dat mama's zich ook soms verdrietig, blij, bang of boos voelen. Net als hij. Dat dat ok is. Hij wil 'ti-tà' voor me halen. 'Ti-tà' is de cold pack in de vorm van een ziekenwagen. Een hulpmiddel bij builen en tranen.

Orson kijkt me aan. 'Mama blij?' vraagt hij. 'Goh' zeg ik, 'het is niet nodig om altijd blij te zijn'. Hij kruipt op m'n schoot. En springt op en neer. Ik ben zijn paard.

We bakten vandaag zelf koekjes. Ik was vandaag heel verdrietig. Orson keek heel veel tv. Teveel tv voor pedagogen.  Er stond eten op tafel dat ik met tranen heb gemaakt. Vuur af, vuur aan op het ritme van mijn verdriet, een manier van koken, dat geen enkel kookboek je zal aanraden.  Maar ik was ook een paard dat hinnikte en lachte.

zaterdag 21 januari 2017

K / dagboek 27/ Smeltende sneeuw

Donkerder dan januari hoeft te zijn.
De hemel nochtans helderblauw, de grond en gras ijzig, de eenden blij met een wak,
kinderen die restjes sneeuw omarmen en toch zie ik vooral de zon, die veel te snel ondergaat. Toch zie ik vooral de donkerte.

Zo snel de zon de sneeuw doet smelten, zo snel verminderen ze. Het aantal mensen smelt. Vijf maanden geleden en ze zijn al op één hand te tellen. Mensen die vragen hoe het met ons gaat.
Een gevoel van eenzaamheid bekruipt me. Eenzaamheid in het samenzijn, bij mensen die ik al heel lang ken. Mensen die ik heel graag heb, nog steeds, dat zal ook niet veranderen. Noem het liefde met een kloof. Een ruimte die ontstaan is, sinds ik de moeder ben van een kind dat er niet meer is.
Een kloof tussen mensen die een kind hebben verloren en mensen die geen kind hebben verloren.
Je staat anders in het leven. Je pad loopt anders. Je wordt een ander soort ouder.

Iedereen heeft zijn verhaal, maar ik heb moeite met sommige verhalen.
Ik relativeer op dit moment nog steeds heel veel dingen. Kapot. En dat moet lastig zijn voor sommige vrienden en familieleden. Materiële zaken, koopjes deze maand, een kind met een onschuldig hoestje,... het interesseert me niet. Er is namelijk niemand dood, ik zie het probleem niet...  Ik ben een slechte luisteraar geworden, minder begripvol dan vroeger. Ik heb niet meer de schouder om op uit te huilen, de oren om te luisteren en bijhorend pakket woorden om te zeggen dat alles wel in orde zal komen. Mijn schouders gebruik ik momenteel zelf. Er staat een bordje: gereserveerd. Ze zijn bezet voor de komende maanden. Mijn vocabularium bestaat uit de volgende woorden: Idas, tweede kind, dood, verdriet, de weg kwijt, volhouden, moedig zijn, leegte, rouw, broertje, ongelukkig, urne, dood, dood, dood. Misschien heeft rouw in het begin wel iets egoïstisch, je bent wel heel hard met jezelf bezig...

 We hebben jullie nodig... we hebben jullie nodig om te vragen hoe het met ons gaat, we hebben jullie geduld nodig, jullie hulp om Idas op de één of andere manier levend te houden.  Door zijn naam ook op de envelop te schrijven die jullie ons net gaven, naast de naam van Orson. Door een stuk taart mee te eten op zijn 'verjaardag' die ik omdoop tot een boven-de-wolken-verjaardag. Door zijn naam te schrijven in het zand. Door het armbandje met de I, dat ik cadeau kreeg. Door te zeggen dat wij twee kinderen hebben en niet één. Door niet te zeggen dat er hopelijk nog een tweede kindje komt, want dat kan niet, dat is voor altijd Idas. Je mag wel mee hopen op een derde kind. Door simpelweg zijn naam uit te spreken 'Idas'. Door naar zijn foto te durven kijken. Door bovenal te beseffen dat hij altijd bij ons hoort, ook al zie je hem niet, ook al groeit hij niet uit zijn kleren, zal hij niet studeren, geen baard in de keel krijgen of kattenkwaad en later puberstreken uithalen. Hij is onze zoon. Willen jullie dat alstublieft blijven zien? Zien dat het niet enkel het zichtbare is dat écht is. Dat we op een dag allemaal sterven, dat we dat gemeen hebben. Dat dit hard klinkt maar dat het feit dat het leven eindig is net daardoor zoveel charme heeft. Dat het leven écht veel meer is dan enkel dit. Er zit een luikje achter. Een ander bewustzijn. Verstopt. Bij ons staat dat, sinds de dood van Idas, wagewijd open.

woensdag 11 januari 2017

K/ dagboek 26/ Verlanglijstje




De grootste angst van ouders is om hun kind te verliezen. De grootste angst van ouders die een kind zijn verloren is dat hun kind zal worden vergeten.

In het boek 'Altijd een kind tekort' van Jeanette Rietberg en Maria Pel vond ik een verlanglijstje van ouders die een kind hebben verloren. En januari, daar dienen lijstjes voor. Ik deel graag enkele zinnen en voeg hier en daar, in cursief, wat toe.

1. Ik zou willen dat je niet zo bang zou zijn de naam van mijn kind uit te spreken. Mijn kind leefde en is belangrijk voor ons.

Ondertussen hebben we een nieuwe traditie. Als we in een bos zijn en we denken dat we alleen zijn,  roepen we samen heel luid Idaaàs! Ook Orson roept af en toe, out of the blue, zijn naam. Als voorlopig nog analfabeetje, denkt hij vaak dat er ergens op straat 'Idas' geschreven staat en roept hij enthousiast zijn naam.

2. Als ik huil of emotioneel word als je over mijn kind spreekt, dan zou ik willen dat je weet dat het niet is omdat je me pijn hebt gedaan. De dood van mijn kind is de oorzaak van mijn tranen. Jij hebt over mijn kind gesproken en daardoor heb je me de kans gegeven mijn verdriet te delen. Dank je wel!

3. Ik weet dat je veel aan me denkt. Ik zou willen dat je me die dingen zou laten weten door te bellen, een kaartje of een brief te sturen, een arm om mijn schouder te slaan.

4. Ik vind het lief als je via Jonas vraagt hoe het me met gaat, maar vind het jammer dat die vraag niet eerst aan hem gesteld wordt. Wij hebben beiden als ouders een kind verloren, vaders hebben immers ook verdriet. 

5. Ik heb best wel afleiding nodig en wil graag horen hoe het met jou is, maar ik wil ook graag dat jij weet hoe het met mij is. Het zou kunnen dat ik bedroefd ben en misschien ga huilen, maar ik zou willen dat je me over mijn kind laat praten. Het is elke dag mijn favoriete onderwerp.

6. We worden er blij van als  Idas* ook op de envelop vermeld staat, naast die van Orson, als jullie ons een kaartje sturen. Als Idas er niet op staat en Orson wel is dat voor ons heel vreemd en maakt ons dat erg verdrietig. Net zo vreemd als wij één van jullie kinderen er wel op zouden zetten en een ander kind niet. 

7. Ik zou willen dat je niet verwacht dat mijn verdriet na zes maanden of een jaar over is. Deze eerste maanden, dit eerste jaar is traumatisch voor me, maar ik zou willen dat je begrijpt dat het zal beteren, maar ook dat mijn verdriet nooit zal overgaan. Ik zal verdriet hebben over de dood van mijn kind tot de dag dat ik zelf zal sterven.

8. Ik werk erg hard om te herstellen, maar ik zou willen dat je begrijpt dat rouw geen eindpunt heeft. Ik zal mijn kind altijd missen en ik zal altijd rouwen om zijn dood. Geen kind is zo aanwezig als het kind dat wordt gemist.

9. Ik zou willen dat je niet van me verwacht 'er niet aan te denken' of om 'gelukkig' te zijn.

10. Ik zou willen dat je begrijpt dat mijn leven overhoop is gehaald. Ik weet dat het vervelend voor je is om bij me te zijn als ik me beroerd voel. Wees alsjeblieft geduldig met me, net zoals ik geduld heb met jou.

11. Als ik antwoord op de vraag 'hoe gaat het?' zou ik willen dat je weet dat dit een hele moeilijke vraag is geworden , zeker als die standaard in het begin van een gesprek gevraagd wordt, als een soort van automatisme. Ik zou het fijn vinden als je oprecht vraagt hoe het met me gaat.

12.  Het is niet besmettelijk om ouder(s) van een overleden kind te zijn, dus zou ik willen dat je me niet uit de weg gaat, ik heb je nu meer dan nodig.  

Ik begrijp dat het moeilijk is om te vertellen dat je zwanger bent. Maar ik vind het belangrijk dat ik, naast mijn verdriet ook blij kan zijn voor jou. We appreciëren het als mensen voorzichtig hun goede nieuws met ons delen en niet in grote groep. Zelfs schriftelijk vinden we nog het aangenaamst, omdat we op deze manier de tijd krijgen om het te plaatsen. Gek genoeg, schrik je heel hard van het nieuws van een nieuwe zwangerschap als je zelf een kind bent verloren. Het confronteert ons met het verlangen naar Idas en heeft op zich niets met jullie te maken. Wij denken ook dat dit met de tijd steeds zal beteren. Zelfs toen Orson naar de tekenfilm 'Peppa Pig' keek en mama Pig zwanger bleek van een tweeling, was ik lichtelijk jaloers... Jaloezie is een moeilijke, maar normale emotie, ik laat ze toe, omdat ik merk dat ze daardoor ook weer verdwijnt en ik uiteindelijk wel blij kan zijn, ook voor de fictieve zwangerschap van Peppa Pig ;) We vinden het heel jammer als we het via via te horen krijgen, omdat jullie het niet durven zeggen. Misschien is een zwangere vrouw en een mama waarbij de zwangerschap fout afliep tijdelijk niet zo'n goede match, maar dat wil niet zeggen dat we elkaar na een tijd niet kunnen terugvinden.

13. Ik zou willen dat je weet dat alle reacties van verdriet die ik heb, erg normaal zijn. Depressie, kwaadheid, hopeloosheid en overstelpend verdriet.

14. Ik zou willen dat je begrijpt dat verdriet mensen verandert. Toen mijn kind stierf, stierf een groot deel van mij en werd er ook een nieuw stuk geboren. Ik ben niet meer dezelfde persoon en ik zal ook nooit meer dezelfde persoon worden, dat hoeft niet negatief te zijn.

15. Ik zou heel graag willen dat je me begrijpt. Dat je je kunt indenken hoe het voelt: mijn verlies en mijn verdriet, mijn stilte, mijn zoeken en mijn tranen.

16. We vinden het heel aangenaam als jullie Idas* meetellen. Wij zijn een gezin van vier. Mama en papa van twee. Idas* zal altijd onze tweede zoon zijn. Mee hopen dat er nog een tweede kind zal komen, kan dus niet. Dat is voor altijd Idas. Mee hopen op een derde kind, mag wel natuurlijk, graag zelfs.

17. Ik zou willen dat je Idas geen miskraam noemt. Hij was 50 cm groot, 3kg, een kind dat helemaal af was, voldragen, alles klopte, behalve zijn hart. Ik ben bevallen net als elke andere hoogzwangere vrouw. We hebben hem gekoesterd, drie dagen lang. De dagen daarna zaten we bij de begrafenisondernemer in plaats van in een babywinkel. We hebben een afscheidsdienst georganiseerd in het crematorium. Op mijn beurt wil ik begrip tonen voor vrouwen die een miskraam hebben meegemaakt. Wat perinatale sterfte en een miskraam gemeen hebben is dat het allebei gaat over een droom van iets wat had kunnen zijn in de toekomst en dat mis je je hele leven lang. Ik kan me inbeelden dat, moest Idas* voor de periode van 16 weken gestorven zijn, ik ook in die situatie niet graag het woord 'miskraam' zou horen. Het is in de eerste plaats aan de ouders om waarde te geven aan een kind, dat er even is geweest.

vrijdag 6 januari 2017

K / dagboek 25 / De 7




Ze is er.
(Als ze al een 'zij' is)

De zeven.

Een nieuw jaar.

De pijnlijke zes is weggeveegd en daar ben ik niet rouwig om.
Ik heb een beter gevoel bij dit jaar.

Zeven is een geluksgetal. Rome werd gebouwd op zeven heuvels. Je hebt de zeven wereldwonderen,  zeven schoonheden, zeven geitjes en evenveel dwergen. Zeven dagen in een week en zeven kleuren in een regenboog.

We vierden de overgang van oud naar nieuw met dezelfde vrienden als het jaar daarvoor. Ook zij hadden een pittig jaar achter de rug. Wat ik me niet meer herinner is, wat ik toen klokslag twaalf, na de nieuwjaarszoenen en het klinken van de glazen, heb gezegd... 'Maar ik vind 2016 eigenlijk helemaal geen mooi getal'. Zou ik het dan aangevoeld hebben? En voel ik nu dat 2017 veel beter zal worden?

Ik begin het jaar met veel hoop, maar ik hoop ook dat ik ergens halfweg niet stranden zal. Soms is er de angst dat ik de hoop tegen dan al opgebruikt zal hebben. Ik zit boordevol dromen en verlangens, meer dan ooit. Maar als er weer een glas geklonken zal worden op alweer een nieuw jaar, als het getal 8 er zal zijn en ons gezin of mijn baarmoeder nog steeds zo leeg zal voelen, zou ik teleurgesteld zijn.

Het liefst zou ik 2018 vieren met dezelfde vrienden en hopen dat er bij beide gezinnen een schoot meer gevuld zal zijn. Dat we geen champagne drinken omdat onze kersverse kinders nog aan de moedermelk zitten en we de soep opdienen met een vleugje stinkende herbruikbare luiers. De vaders drinken bier tijdens het uitwisselen van tips over de beste draagzakken, terwijl ze die nieuwe voetjes kietelen. Zie je het? Dat de wallen onder onze ogen mooi passen bij onze feesttenue: gewoon wat we elke dag dragen, want daar hebben we toch geen tijd voor, als pas bevallen moeders. Dat begrijpt u toch?

Het is het eerste jaar, zonder jou. Idas* Vroeger waren er vele jaren zonder jou, maar dat was anders, toen was je er nog niet, toen kende ik jou nog niet. Nu je er bent geweest, heel even in onze armen, heel even de meest geconcentreerde kus, kunnen we niet anders dan je missen. Dat is de enige zekerheid in 2017. De rest staat nog open.