donderdag 11 januari 2018

K / Dagboek 43 / Terug in de tijd / Zwanger / 24 weken/ Gom mijn angsten alstublieft niet weg

24 september 2017 - 24 weken

Nog maar 24 weken ver,
naar mijn gevoel ben ik al een halve eeuw zwanger.

Zwanger zijn zonder roze wolk, duurt lang.
Ik zweef niet, ik wandel de dag traag in en uit, diep met mijn voeten in de grond geworteld.

En wil geen onnodige euforie rond mij over mijn zwangerschap.
Doe. Maar. Gewoon. Doe. alstublieft. realistisch. En gom mijn angsten alstublieft niet weg.

Er zijn vele momenten dat ik mijn buik liever zou willen wegstoppen.
En er ook zijn momenten dat ik fier zwanger over straat loop.

Gisteren wou ik mijn zwanger zijn even op de Off knop zetten, of eerder op Pauze.
Vorige week was het 10 jaar geleden dat mijn vader overleed aan de gevolgen van mesothelioom (veroorzaakt door asbest). Zoals elk jaar, de laatste dag van september wordt er een fietstocht georganiseerd voor alle slachtoffers van asbest, in het dorp waar ik opgroeide. En dan kom je veel oude bekenden tegen. Die enthousiast zijn dat je daar met een bolle buik rondloopt.

Het is lief, ontzettend lief, dat iedereen proficiat zegt. Maar stiekem vind ik dat ook vermoeiend. Ik weet heel goed, dat die proficiat vervalt, als je kind sterft en de overvloed aan felicitaties plaats ruimt voor enkelingen die het wel durven zeggen, proficiat met jullie tweede zoon. Want ondanks een doodgeboorte, was je kindje er wel, heel kort en werden wij effectief opnieuw mama en papa. Sowieso een proficiat waardig.

Na een paar keer 'Proficiat' te horen, kan ik het niet laten om er een bedenking tussen te gooien.
'Hopelijk blijft die proficiat over een paar maanden nog gelden'. zeg ik dan, een beetje cynisch, I know, maar daar sta je dan, weer zwanger na het verlies van je kind. Alle naïviteit is verdampt. Ik voel me nuchter, zelfs té nuchter. Soms antwoord ik 'we zien wel', omdat ik de euforie belastend vind en nog niet naar de toekomst durf te kijken. Nog nooit leefde ik meer in het nu, waar alle meditatieboeken vol van staan. Als er vragen over details komen, antwoord ik dat mijn enige wens is dat mijn kind leeft. Wat interesseren mij nu kleren, het geslacht, haarkleur, op welke datum ik hoop dat mijn kind geboren zal worden. Dat is gereduceerd tot nul. Nada.

Ik wil sommige mensen weer tot drie leren tellen. Eén dat is Orson. Twee dat is Idas*. En drie dat is dit kindje in buik. Het zal vermoedelijk altijd een gevecht zijn voor erkenning om een kind dat er niet meer is. Een kind dat slechts weinige mensen hebben gezien. Het kind dat wij zo kort, maar zo liefdevol in onze armen hadden.

Ik merk dat vele mensen het moeilijk hebben met angst. Dat ze die willen wegnemen. Maar dat hoeft niet. Liever niet zelfs. Laat het gewoon zijn. Ja, ik ben bang. En dat is ok. Het is geen vijand. Het is gewoon een realiteit, die bij me hoort. Soms ben ik bang. Soms ben ik blij. Soms voel ik ze samen. Altijd probeer ik te hopen op een goede afloop. Maar ook altijd ben ik realistisch en afwachtend. Maar ik sluit niet uit dat er met vertraging toch nog een vleugje roze wolk kan komen. Graag zelfs. Als alles goed is gekomen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten