zaterdag 10 september 2016

K / dagboek 12 / Ongeloof

O N G E L O O F.
Daar mee is mijn dag gevuld.
Is dit echt gebeurd?
Maakten we dit alles echt mee de voorbije weken?
Was jij er echt even?
Hielden we je echt in onze armen?
Onze handen samen, mama, jij, papa, op een hoopje, 
de laatste foto die we namen.

Hoop is er niet meer.
Je bent echt weg.
Wat rest is een hoopje as op de schouw.
In een pot.
Maar dat ben jij niet. Een kind zit niet in een potje.
Jij zit in ons hoofd en hart. Jij speelt de hoofdrol in al onze dromen.

Soms dringt het door.
Mijn kindje is dood. Mijn kindje is dood!

Als de mutualiteit de geboorte-akte opvraagt, doet dit pijn.
Ik neem de telefoon en zeg nogmaals dat we die nooit zullen hebben.

Als je gele briefjes krijgt van diezelfde mutualiteit,
maakt dit me verdrietig. We zullen ze namelijk nooit kunnen gebruiken.

De schoonmaakster komt de ziekenhuiskamer binnen en wenst iedereen op deze verdieping,
standaard 'félicitations'. 

Waarom doen velen zo raar over de dood? Mag de dood niet leven dan in onze cultuur?
Mag de dood niet doodgewoon zijn, deel van het leven?

We zijn je kwijt en daarbij ook een deel van mezelf.
Ik moet mezelf de komende tijd heropbouwen.
Een kind verliezen is absurd. Ongelooflijk. Pijnlijk.

Idas, ik zou ALLES voor je willen doen.
Maar er is NIETS dat ik nog kan doen.

En dan is het weer tijd om moed te verzamelen, om toch te proberen schoonheid in dit verhaal te lezen.

Weet je Idas, jij bent een kindje van de liefde.
Vanaf nu wil liefde in alles voelen. Mensen rondom. Je papa. Je grote broer.
Ik wil liefde in elke handeling. In mijn werk. In wat ik doe hier en nu. In dit leven.
Je kan stellen dat ons bewustzijn allerminst weer wakker is, een reuzenstap heeft genomen in één enkele seconde.

Woon daar alstublieft altijd, in mijn hart.
Beklim er bergtoppen, na het kennen van de diepe dalen.
Laat je echo weergalmen in mijn aders,
laat het bloed ook vrolijk stromen.
Blijf voor altijd daar, mijn Idasje.
Mijn hart is jouw huis.

Soms beeld ik me in dat jij een beschermengel bent voor Orson en ons gezin.
Dat jij in jouw mystieke gedaante, als ziel, ons ook geluk zal kunnen brengen.
Je vader en ik zijn het erover eens. Als we echt zo diep gaan zoals nu, moeten we tenminste ook zo hoog kunnen gaan. Dat is ying yang, de natuur die zijn evenwicht terug zoekt en vindt.
Op jouw mythische schip, Argonautje varen wij mee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten