maandag 6 november 2017

K / Dagboek 39 / Een vuilbak en een tennisracket

Sinds kort heb ik twee ingebeelde vrienden. Nu ja, vrienden, dat is misschien wat overdreven, maar toch...

Het gaat om een vuilbak en een tennisracket.

In plaats van bezig te zijn met een peuter van 14 maanden, beleef ik al 14 maanden een intens rouwproces. Dat mensen heel verschillend reageren op de dood of zelfs niet, had ik al snel door. Maar alle opmerkingen die om de één of andere reden pijn deden bleven hangen...  Ik bewaarde ze, zoals een kind zijn knikkers. Tijd om iets met mijn 'foute' verzameling te doen. Ik ken lotgenoten die stiekem punten uitdelen. En een 10 op 10 komt helaas vaker voor dan je denkt. De rouwconsulent, waar ik sinds enkele maanden naartoe ga, nodigde me uit om er iets mee te doen.

Sinds vandaag heb ik een vuilbak in één van mijn hersenkamers neergezet. Zo eentje met een pedaal, zodat ik met één voetklik de onaangename opmerkingen erin kan werpen.

En die tennisracket, die gebruik ik voor de heel erg foute, dus ja, het zou wel eens kunnen dat ik tijdens een gesprek stiekem je woorden van deze aardbol af mep. Dit klinkt misschien een beetje hard. Maar het is een feit dat je als rouwende vaak dingen hoort, die je liever niet zou willen horen, die ons niet vooruit helpen.

Zeker nu ik opnieuw zwanger ben, maakt het me soms verdrietig en kwaad,... dat Idas* zo snel vergeten lijkt te worden. Hoe vaak moet ik me niet verantwoorden dat hij wel degelijk onze tweede zoon is, dat hij wel degelijk geboren is. Geen idee, maar sommige mensen lijken te denken dat een kind dat in week 38 sterft in je buik, gewoon met een delete-knop weggehaald wordt. Ja, ik ben gewoon bevallen, ja wij hebben ons zoontje meteen in onze armen gehouden toen hij geboren was en dat was ondanks het verdriet, ook een ontzettend liefdevol moment dat ik zal blijven koesteren.

Het kindje dat nu groeit in mijn buik, dat is nummertje drie. 'Als ik over mijn oudste zoon praat, want zo vertel ik over Orson, dan komt soms de vraag 'Ah, heb jij nog een zoon?'. Hoe vaak heb ik al niet moeten horen dat ik een miskraam heb gehad, nee, een kind van 50 cm en drie kilo, een kind met alles erop en eraan, dat noem ik geen miskraam, maar mijn zoon. Ik kan er dan wel rustig uitzien, vanbinnen zit mijn moederleeuwenhart en daar wonen twee, binnenkort drie kindjes. Ook de reacties op mijn nieuwe zwangerschap zijn niet altijd even fijn. 'Gelukkig komt uiteindelijk toch altijd alles goed' krijg ik dan te horen. 'Nee, niet altijd komt alles goed, met Idas* is niet alles goed gekomen'. Natuurlijk zijn we blij met deze zwangerschap, we zijn blij, maar ook bang. En zoveel mensen willen angst altijd maar wegvegen, uitgommen, ongedaan maken. Net zoals Orson in zijn Freinetschooltje leert dat hij soms bang, soms verdrietig, soms blij, soms boos mag zijn. Zo voel ik me ook. En dat is ok. Het is echt ok dat wij naast blij, ook erg bang zijn hoe deze zwangerschap verder zal verlopen.

Het flitst in mijn hoofd... 'dat het toch minder erg is, dan een kind dat veel ouder is te verliezen', 'dat iemand zo jaloers op me was, omdat ik zoveel tijd had tijdens mijn moederschapsrust zonder baby', een nonkel die Idas* vergeet mee te tellen, Idas* die niet genoemd wordt als het over kleinkinderen gaat,...

Soms zou ik het willen uitschreeuwen naar mijn omgeving, naar de maatschappij dat dat jongetje dat 1,5 jaar geleden geboren is, alstublieft gewoon mijn zoon mag zijn...

Het is tijd om op de pedaal te klikken. Een overvloed aan woorden gaan de diepte in.

En alle mooie mogen blijven staan.

Mensen die zeggen dat ze gewoon heel hard met ons mee hopen dat alles deze keer wel goed zal komen. Mensen die tellen zoals wij ons gezin tellen, ons derde kindje op komst, een gezin van vijf.  Een zus die een cake maakt met Idas* in nic-nac-lettertjes. Een metekind dat een knuffelkonijn opstuurt met op zijn oor Idas geborduurd. Kaartjes op Idas* zijn boven-den-wolken-verjaardag in de brievenbus. Berichtjes uit vaak onverwachte hoek, van mensen die even zeggen dat ze aan ons denken. Een berichtje van mijn vroedvrouw uit de bergen, die op de top, dichtbij de wolken, aan Idas* denkt.